Inhoudsopgave
Advertenties
Installeren, elektrisch
Motor
Afb. 19: Draairichting motor
36
Wat moet elektrisch worden geïnstalleerd?:
Motor
n
Externe ventilator (optie)
n
Slagregelaandrijving (optie)
n
Slagverstelmotor (optie)
n
Membraanbreuksensor (optie)
n
Slagsensor (optie)
n
Taktgeefrelais (optie)
n
Frequentieomvormer (optie)
n
Aardleidingen (levering door de klant)
n
Potentiaalvereffeningsleiding (zelf aanschaffen, in EX-bereik verplicht)
n
ATEX-pomp binnen de Ex-zone
De aandrijfmotoren afzekeren met een geschikte motorbeveiligings‐
n
schakelaar. Bij Ex"e"-motoren moet een voor deze toepassing goed‐
gekeurde motorbeveiliging worden gebruikt. (Bescherming tegen ver‐
hitting door overbelasting)
Motoren in Ex-zones mogen uitsluitend door een "Erkend deskundig"
n
persoon worden geïnstalleerd en gekeurd.
De meegeleverde gebruikershandleiding van de Ex-motor opvolgen.
n
P_SI_0012_SW
De motor kan worden beschadigd
Installeer ter bescherming van de motor tegen overbelasting een pas‐
n
sende motorbeveiliging (bijv. motorveiligheidsschakelaar met thermi‐
sche overstroomlosser).
Zekeringen zijn geen motorbeveiligingen.
n
Het bedrijf van de installatie kan worden verstoord
Wanneer een motorbeveiligingsschakelaar wordt gebruikt, kan een
n
ongeschikte instelling de werking van de installatie verstoren.
Stel de aanspreekdrempel van de motorbeveiligingsschakelaar in op
n
een ca. 1,4- ... 1,5-voudige waarde van de nominale stroom van de
motor (typeplaatje motor) (vanwege een pulserende last).
Zo wordt dan overbelasting van de motor voorkomen.
Alleen motor met FO: De motor kan worden beschadigd
Wanneer de motor met geïntegreerde frequentieomvormer binnen 3
n
minuten na het uitschakelen van de netspanning opnieuw gestart
wordt, kan de ingangsstroombegrenzing beschadigd raken.
Laat het apparaat na het uitschakelen nog 3 minuten stilstaan en start
n
het pas daarna weer.
Wanneer de motor via een regeleenheid wordt bestuurd, dan dient u
n
hier bij de besturing rekening mee te houden.
De pomp kan worden beschadigd
Bij het in de verkeerde draairichting aandrijven van de pomp door de
n
motor, kan deze worden beschadigd.
Let bij het aansluiten van de motor op de juiste draairichting, zie de pijl
n
op de ventilatieafdekking zoals in Afb. 19.
Installeer een scheidingsinrichting in de netvoedingskabel, bijv. een ver‐
mogensschakelaar, om de pomp onafhankelijk van de totale installatie te
kunnen uitschakelen (bijv. voor reparaties).
1.
Installeer een motorbeveiligingsschakelaar, want de motoren zijn
niet voorzien van een zekering.
2.
Installeer een noodstopschakelaar of sluit de motor aan op het
noodstop-management van de installatie.
3.
De motor uitsluitend via een geschikte kabel met de voedingsspan‐
ning verbinden.
Advertenties
Inhoudsopgave
