Inhoudsopgave
Advertenties
Informatie voor noodgevallen
Veiligheidsinformatie voor gebruikers‐
handleiding
2.5 Scheidende veiligheidsinrichtingen
Beveiligingsinrichting
Deksel klemmenkast motor
Beschermkap over de motorventilator
Frontafdekking aandrijving
2.6 Eisen, als de motor zelf geïnstalleerd wordt
Motor monteren - bij de uitvoeringen
zonder motor
VOORZICHTIG!
Gevaar door onjuist bediende of slecht onderhouden
pomp
Een slecht toegankelijke pomp kan gevaarlijk zijn door
onjuiste bediening en slecht onderhoud.
–
Zorg dat de pomp altijd toegankelijk is.
–
Houdt u zich aan de onderhoudsintervallen.
Neem bij een elektrisch ongeval de voedingskabel los van het stroomnet
of bedien de noodstopschakelaar van de installatie.
Wanneer zich een lekkage van doseermedium voordoet, kunt u bovendien
de hydraulische omgeving van de pomp drukloos maken. Lees altijd het
veiligheidsinformatieblad van het doseermedium.
De exploitant van de installatie is verplicht om voorafgaand aan het in
bedrijf nemen van de installatie of van een deel hiervan, de actuele veilig‐
heidsinformatiebladen van de chemische stoffen / bedrijfsmiddelen, die in
de installatie worden gebruikt, bij de leverancier op te vragen. Op basis
van de hierin verstrekte informatie over veilige arbeidsomstandigheden en
water- en milieubescherming en rekening houdend met de specifieke
lokale bedrijfsomgeving, moet de exploitant het wettelijk kader voor een
veilig bedrijf van de installatie of deel daarvan scheppen, bijv. het samen‐
stellen van een gebruikershandleiding (verplichtingen van de exploitant).
Tijdens het bedrijf moeten alle scheidende beveiligingsinrichtingen gemon‐
teerd zijn:
Mag alleen worden verwijderd door*:
Elektromonteur, elektromonteur ATEX, serviceafdeling
Serviceafdeling
Serviceafdeling
* Alleen als de gebruikershandleiding dit vereist en de stroomkabel span‐
ningsvrij blijft.
De exploitant moet in staat zijn:
een risicobeoordeling uit te voeren
n
een typeplaatje te maken en aan te brengen
n
een conformiteitsverklaring uit te geven
n
de gebruikershandleiding aan te passen, indien nodig
n
de motor vakkundig te monteren
n
1.
Een passende motor uitkiezen - hij moet overeenkomen met de
gegevens van een motor uit de tabel "motorgegevens" - zie hoofd‐
stuk "Technische gegevens".
2.
Monteer de motor vakkundig op de flens (door deskundig perso‐
neel).
Veiligheidshoofdstuk
11
Advertenties
Inhoudsopgave
