Tips voor het snijden met de handtoorts
• M et afgeschermde slijtdelen sleept u de nozzle licht over het werkstuk om een stabiele
snede te verkrijgen. Met niet-afgeschermde slijtdelen moet u een afstand van ongeveer
2 mm bewaren tussen de toortspunt en het werkstuk.
• Z org er tijdens het snijden voor dat de vonken aan de onderkant van het werkstuk wegspatten.
Tijdens het snijden (hoek van 15° tot 30° t.o.v. verticaal) moeten de vonken iets achter de
toorts aankomen.
• W anneer de vonken van het werkstuk omhoog spatten, beweeg de toorts dan langzamer
of stel een hogere uitgangsstroom in.
• H oud de toortsnozzle loodrecht op het werkstuk,
zodat de nozzle een hoek van 90° maakt met het
snijvlak en kijk naar de boog terwijl u langs de lijn
snijdt.
• A ls u de toorts onnodig laat branden, gaan
de nozzle en elektrode minder lang mee.
• D e toorts over de snede trekken of slepen
is gemakkelijker dan duwen.
• O m rechte lijnen te snijden gebruikt u een rechte
rand als geleider. Om cirkels te snijden gebruikt
u een sjabloon of een radiusfreeshulpstuk
(een cirkelvormige snijgeleider). Zie Hoofdstuk
6, Onderdelen, voor onderdeelnummers van de
Hypertherm-plasmasnijgeleiders voor cirkels
en afgeschuinde sneden.
powermax
Gebruikershandleiding
45
BEDIENING
4-9