7.4
ECG van de moeder
Met de bewaking van MECG kan gecontroleerd worden of de hartslag van de foetus
die geregistreerd wordt, wel toebehoort aan de foetus en niet aan de moeder.
Procedure voor MECG-bewaking
1. Gebruik zelfklevende wegwerpelektroden. De plaatsing van de elektroden
is niet essentieel, maar het is toch een goed idee om de onderste elektrode
uit de buurt van het diafragma te plaatsen, aangezien de spieren hier zeer
actief zijn bij contractie.
Een aanbevolen opstelling is:
2. Sluit de MECG-kabel (wit) aan op de MECG-stekker op de zijkant van Team 3.
3. Klem de drie mobiele kabels van de MECG-kabel op de elektroden. Deze zijn
kleurgecodeerd wit, zwart en rood (W, B en R in het bovenstaande diagram).
4. Laat het signaal gedurende enkele minuten stabiliseren en wacht totdat een
duidelijke hartslag van de moeder verschijnt. Controleer het signaal op het
oog door de MECG-golfvorm weer te geven (druk op
Indien de hartslagen van de moeder en/of foetus op elkaar lijken, klinkt een
alarm en 'FOETUS TWEEKANAALS' wordt afgedrukt.
Bevestig de bron van het foetushart dat bewaakt wordt.
46
Een zwak MECG-signaal verhindert dat de FHR-kruiscontrole
functioneert. Als er geen goed MECG-signaal verkregen wordt,
moeten andere methoden gebruikt worden om de FHR-integriteit
zeker te stellen, om interpretatie van de MHR als FHR te voorkomen.
Controleer regelmatig de MECG-signaalkwaliteit om er zeker van
te zijn dat geen verslechtering is opgetreden.
>
).