E 10
Instellen en ombouwen
1
Speciale veiligheidsvoorschriften
f
Door onbedoelde inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk
of hefvoorzieningen kunnen personen gevaar lopen.
De werkzaamheden altijd bij stilstaande motor uitvoeren, tenzij anders is aangegeven!
- De machine beveiligen tegen onbedoelde inwerkingstelling:
Rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien; con-
tactsleutel en accuhoofdschakelaar verwijderen.
- Omhoog gezette machinedelen (bijv. de balk of de bak) mechanisch borgen, zodat
ze niet omlaag kunnen.
- Onderdelen altijd vakkundig vervangen of laten vervangen.
f
Bij het aansluiten of losmaken van hydraulische slangen en bij werkzaamheden aan
de hydraulische installatie kan er hete hydraulische vloeistof onder hoge druk naar
buiten spuiten.
De motor uitzetten en de hydraulische installatie drukloos maken! De ogen beschermen!
- Voordat de machine weer in gebruik wordt genomen, moeten alle beveiligingen
weer correct worden aangebracht.
- Bij alle werkbreedten moet de loopplank over de gehele balkbreedte reiken.
De opklapbare loopplank mag alleen onder de volgende omstandigheden omhoog
worden geklapt:
- Bij inbouw vlakbij een muur of een soortgelijke hindernis.
- Bij het transport op een dieplader.
GEVAAR
Gevaar door wijzigingen aan de machine
Bouwkundige wijzigingen aan de machine leiden tot verlies
van de exploitatievergunning en kunnen ernstig letsel en
zelfs de dood tot gevolg hebben!
- Uitsluitend originele vervangingsonderdelen en goedge-
keurd toebehoren gebruiken.
- Na afloop van onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den moeten de eventueel gedemonteerde bescher-
mings- en veiligheidsvoorzieningen weer volledig
worden gemonteerd.
- Neem ook de andere aanwijzingen in deze handleiding
en in het veiligheidshandboek in acht.
E 10 1