2.
2
3.
om een telefoonnummer toe te wijzen.
3
4.
Voer het gewenste nummer in.
om het eerste telefoonnummer te wijzigen.
1
om het tweede telefoonnummer te wijzigen.
2
om het het derde telefoonnummer te wijzigen.
3
5.
om te wijzigen.
1
6.
Kies het telefoonnummer.
7.
om te accepteren.
2
8.
om het telefoonnummer te wijzigen.
1
om te accepteren.
2
om opnieuw te bekijken.
3
om meer nummers toe te voegen.
4
om een pauze in te voegen.
5
om een wachttijd voor een kiestoon in te voegen.
6
Status van apparaat instellen
Voor elk apparaat wordt het waarschuwen in- of uitgeschakeld volgens een vooraf ingesteld schema. De
boodschapbeheerder kan een apparaat inschakelen volgens een schema. De systeemprogrammeur moet
echter eerst een nummer aan het gewenste apparaat toewijzen.
1.
Log in bij de mailbox van de boodschapbeheerder.
2.
2
2
3.
Voer het apparaatnummer in (1-6).
•
Apparaatnummer 4, 5 of 6 wordt gebruikt om een toestelnummer te specificeren dat staat voor "Appa-
raat Nr. 1, 2 of 3" voor wat betreft "E-mail/Tekst Boodschappen Apparaat" in Web Maintenance Con-
sole.
•
Als aan het geselecteerde apparaatnummer 1, 2 of 3 nog geen telefoonnummer is toegewezen, kunt
u de status van dit apparaat niet instellen. Zie "Toewijzing van te waarschuwen nummers" om een te-
lefoonnummer toe te wijzen.
4.
Kies het gewenste type boodschap.
om voor alle boodschappen te waarschuwen.
1
om voor urgente boodschappen te waarschuwen.
2
5.
Kies, wanneer het apparaat wordt gebruikt voor waarschuwen.
voor schema (bij elke ontvangen boodschap wordt een waarschuwing verstuurd, maar alleen ge-
1
durende de tijden die door de systeemprogrammeur zijn geprogrammeerd).
voor continu.
2
voor uitschakelen (er worden geen waarschuwingen verzonden).
3
2.2.2 Door boodschapbeheerder instelbare funkties
Gebruiksaanwijzing
271