Kopiëren via de handinvoerlocatie
Gebruik de handinvoerlocatie om te kopiëren naar papier dat niet in de papierinvoerlocaties kan
worden geplaatst.
Voor meer informatie over het plaatsen van papier in de handinvoerlocatie, zie Pag. 123 "Papier in de
handinvoerlocatie plaatsen".
Als kabels aan de achterkant van het apparaat hangen of als er zich objecten achter het apparaat
bevinden, is het mogelijk dat papier daar tegenaan botst waardoor een papierstoring ontstaat of het
papier kreukelt. Controleer of er zich geen objecten achter het apparaat bevinden voordat u het
kopiëren start.
1.
Open de voorklep en til de papierhendel omhoog.
2.
Plaats het papier met de te kopiëren zijde omhoog in de handinvoerlocatie.
3.
Laat de papierhendel zakken en sluit de voorklep.
4.
Geef indien nodig het papiertype op.
5.
Zorg dat de handinvoerlocatie (
6.
Druk op [Papierformaat].
7.
Geef het papierformaat op en druk vervolgens tweemaal op [OK].
8.
Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen.
9.
Plaats het origineel en begin met scannen.
Het kopiëren start automatisch.
10.
Wanneer u de originelen naar twee of meer vellen papier kopieert, herhaalt u de
stappen 1 t/m 4 voor het aantal kopieën dat u maakt.
Selecteer [Komt overeen] in stap 4.
11.
Wanneer de kopieeropdracht is voltooid, drukt u op de [Reset]-knop om de instellingen
te wissen.
• U kunt de instellingen voor het papiertype en de dikte wijzigen in [Instell. papierlade] in
Gebruikerstools. Raadpleeg Het apparaat aansluiten/Systeeminstellingen voor meer informatie
over deze instelling.
Kopiëren op normaal papier via de handinvoerlocatie
1.
Open de voorklep en til de papierhendel omhoog.
2.
Plaats het papier met de te kopiëren zijde omhoog in de handinvoerlocatie.
3.
Laat de papierhendel zakken en sluit de voorklep.
) is geselecteerd en druk op de toets [ ].
Kopiëren via de handinvoerlocatie
61