Inhoudsopgave
Advertenties
9. Problemen oplossen
4.
Selecteer de papierinvoerlocatie van waaruit u wilt afdrukken en druk vervolgens op
[OK].
5.
Controleer de afdrukresultaten van het testpatroon.
• Normale afdrukresultaten:
• Als een spuitmond verstopt zit:
De afdrukresultaten van het testpatroon komen overeen met, van links naar rechts, [Zwart 1],
[Zwart 2], [Cyaan] en [Magenta/Geel] voor de functies [Printerkoppen reinigen] en
[Printerkoppen spoelen] in [Onderhoud].
Als bijvoorbeeld de afdrukresultaten van het testpatroon aangeven dat Zwart 1 verstopt zit,
selecteert u [Zwart 1] bij [Printerkoppen reinigen] of [Printerkoppen doorspoelen] om de spuitmond
te reinigen.
6.
Druk op [Afsluiten].
Als een mondstuk verstopt zit, dient u de printerkoppen te reinigen.
7.
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
• Voor meer informatie over de modus Afscheuren van papier voorkomen, gaat u naar Pag. 169
"De modus Controleren of de printerkoppen over het papier schrapen".
• Voor meer informatie over het reinigen van de printerkoppen, gaat u naar Pag. 173
"Printerkoppen schoonmaken".
172
CQA003
CQA004
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
