3
Aangepaste functies instellenN
Nummer van de aangepaste functie
Alle aangepaste functies wissen
Selecteer onder [53: Wis instellingen] de optie [Wis pers.
voorkeuze(C.Fn)] om alle persoonlijke voorkeuze-instellingen te
wissen (pag. 194).
258
1
Selecteer [Persoonlijke
voorkeuze(C.Fn)].
Selecteer op het tabblad [53] de
optie [Persoonlijke
voorkeuze(C.Fn)] en druk
vervolgens op <0>.
2
Selecteer het nummer van de
aangepaste functie.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> om het nummer van de
persoonlijke voorkeuze te selecteren
en druk vervolgens op <0>.
3
Wijzig de instelling.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> om de gewenste instelling
(nummer) te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Herhaal stap 2 en 3 als u andere
aangepaste functies wilt instellen.
De ingestelde persoonlijke
voorkeuze-instellingen worden onder
in het scherm vermeld, onder de
respectieve functienummers.
4
Verlaat de instelling.
Druk op de knop <M>.
Het scherm van stap 1 wordt opnieuw
weergegeven.