26
Onderhoud – toevoersysteem
26.7
Hakselmessen bijstellen of vervangen
Om de hakseltrommel met het gereedschap te kunnen draaien, moet de riemaandrijving
"Hakseltrommel" worden ontspannen.
Open de zijkap links.
De ventielen (4) op het stuurblok (3) indrukken en zo lang naar links draaien tot de
ventielknoppen zelfstandig naar buiten springen.
Controleer of de riemspanners (1) van de riemaandrijving "Hakseltrommel" zijn ingeschoven
en of de riemaandrijving ontspannen is.
Indien dit niet het geval is:
De motor starten en enkele seconden laten draaien.
Het drukvat (2) wordt gevuld, de riemspanner (1) wordt ontlast en de riemaandrijving
"Hakseltrommel" is ontspannen.
Hakseltrommel draaien
1
BX002-379 / BX002-380
De draaihendel (3) voor de biogas-hakseltrommel heeft aan een uiteinde een opname (1) voor
de zeskantschroeven ter bevestiging van de hakselmessen. Aan het tegenoverliggende uiteinde
heeft de draaihendel (3) voor de biogas-hakseltrommel een opname (2), die in de boringen van
de mesdrager past.
De draaihendel (4) voor de MaxFlow-hakseltrommel heeft aan het einde en opname (5) voor de
boringen van de mesdrager (6).
De hakseltrommel uitsluitend met de draaihendels (3, 4) naar rechts draaien.
Na de onderhoudswerkzaamheden:
De ventielknoppen op het stuurblok indrukken en zo lang naar rechts draaien.
De zijkap links sluiten.
De riemspanner van de riemaandrijving "Tussenaandrijving – hakseltrommel" wordt weer
gespannen zodra de motor wordt gestart.
Hakseltrommel vergrendelen
De vergrendelinrichting bevindt zich aan de rechterzijde van de hakseltrommel
506
2
3
4
3
Originele handleiding 150001258_02_nl
5
6
BiG X 630