8
Terminal – machinefuncties
8.2
Weergave van storingen in het veld storingswaarschuwingen
Sym-
Aanduiding
bool
Waarschuwingslampje "Beperkte
werking"
Waarschuwingslampje "Drukbe-
waking aanhangerrem"
Controlelampje "Koudebescher-
mingsmodus"
De controle- en waarschuwingslampen in het waarschuwingsveld voor storingen zijn alleen
zichtbaar als de elektronica fouten aan het uitlaatgasnabehandelingssysteem, de motor of de
rijaandrijving herkent.
De controle- en waarschuwingslampen zijn in alle schermen van de terminal zichtbaar, dus ook
in het hoofdmenu en de ondermenu's.
8.2.1
Waarschuwingslampjes – Vulniveau ureumtank
Wanneer de status van de waarschuwingslampjes verandert, klinkt er een akoestisch
waarschuwingssignaal.
De in de tabel vermelde combinaties van statusindicaties van de waarschuwingslampjes geven
het procentuele dalen van het vulniveau in de ureumtank weer.
Lampje bij
de ureu-
mindicatie
aan
aan
aan
126
Status van de waarschuwingslamp-
jes
uit
uit
uit
aan
uit
uit
knippe-
aan
uit
rend
Toelichting
Wanneer de besturingselektronica een fout bij de
rijaandrijving constateert, wordt de snelheid van
de machine afhankelijk van de ernst van de fout
begrensd op 0 tot 20 km/h.
De noodzakelijke druk van de aanhangerrem
wordt niet bereikt
De koudebeschermingsmodus wort geactiveerd
wanneer de omgevingstemperatuur en de tempe-
ratuur van het motorkoelmiddel onder een be-
paalde waarde dalen. In de koudebeschermings-
modus is het motortoerental begrensd. Een voort-
gangsbalk onder het controlelampje geeft aan
hoe lang de koudebeschermingsmodus nog ac-
tief is.
Toelichting
20 % ≥ vulniveau ureumtank > 10%
uit
10 % ≥ vulniveau ureumtank > 7,5 %
• 1e waarschuwing
uit
7,5 % ≥ vulniveau ureumtank > 5 %
• Het beschikbare draaimoment is
gereduceerd tot 75% van het
uit
maximale draaimoment.
Originele handleiding 150001258_02_nl
BiG X 630