25
Onderhoud - Basismachine
25.5
Onderhoud onderstel
25.5
Onderhoud onderstel
25.5.1
Bevestiging stuurcilinder controleren
BMG000-021
De schroeven van de stuurcilinder moeten met het volgende aandraaimoment worden
gecontroleerd:
De schroeven (1) van de stuurcilinder met een aandraaimoment van 730 Nm controleren.
25.5.2
Bevestiging spoorstang controleren
BMG000-020
De schroeven van de spoorstang moeten aan beide kanten van de machine met de volgende
aandraaimomenten worden gecontroleerd:
De schroef (1) aan het axiaal kogelgewricht met een aandraaimoment van 350 Nm
aanhalen.
De klembout (2) van de spoorstang met een aandraaimoment van 60-70 Nm controleren.
De kronenmoer (3) van de spoorstangkop met een aandraaimoment van 450 +50 Nm
controleren en plaatsing van de splitpen controleren.
470
Originele handleiding 150001258_02_nl
BiG X 630