Hoofdstuk 5
a. Selecteer Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A630 series de geselecteerde printer is.
c. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
Opmerking De wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer opent kan van
programma tot programma verschillen.
Mac-gebruikers
a. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A630 series de geselecteerde printer is.
c. Kies het deelvenster Printerfuncties.
5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierformaat het papierformaat dat u in het apparaat hebt geplaatst.
6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK (Windows) of Afdrukken (Mac
OS).
Opmerking Als u wilt afdrukken zonder rand, selecteert u een panoramapapierformaat en klikt u vervolgens
op het selectievakje Afdrukken zonder rand.
Afdrukken op indexkaarten en andere kleine papiersoorten
Richtlijnen
•
Gebruik alleen kaarten en klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer.
•
Overschrijd de capaciteit van de papierlade niet wanneer u papier in de printer plaatst. Zie
op pagina 73
•
De afdrukkwaliteit gaat achteruit wanneer u afdrukt op gewoon papier zoals indexkaarten. Dit kunt u verwachten
en duidt niet op een probleem. Afdrukken op gewoon papier kan nuttig zijn voor afdruktaken zoals proefdrukken
waarbij de afdrukkwaliteit niet belangrijk is.
Op indexkaarten en andere kleine afdrukmaterialen afdrukken
1. Controleer of de printer aan staat.
2. Plaats geschikt papier voor de huidige afdruktaak. Zie
3. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
4. Volg de stappen voor uw besturingssysteem.
Windows-gebruikers
a. Selecteer Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A630 series de geselecteerde printer is.
c. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
Opmerking De wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer opent kan van
programma tot programma verschillen.
Mac-gebruikers
a. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A630 series de geselecteerde printer is.
c. Kies het deelvenster Printerfuncties.
5. Ga naar de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer vervolgens Ander gewoon.
6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK (Windows) of Afdrukken (Mac
OS).
46
Afdrukken vanaf een computer
voor meer informatie.
Het papier plaatsen op pagina 19
Printerspecificaties
voor meer informatie.