Hoofdstuk 3
1 Invoerlade
2 Papierbreedtegeleider
3 Uitvoerlade
2. Plaats maximaal 20 vellen papier met de afdrukzijde of de glanzende zijde naar de voorkant van de printer
gericht. Als u papier met een afscheurstrook gebruikt, plaatst u dit zo dat de strook als laatste wordt ingevoerd.
Schuif het papier naar de linkerkant van de invoerlade en druk stevig op het papier tot het niet verder kan.
3. Zorg ervoor dat de papierbreedtegeleider goed tegen de rand van het papier aan zit, zonder dat het papier
daarbij opbolt.
De papiersoort wijzigen
Tip Als u op een andere papiersoort afdrukt dan het aanbevolen HP Advanced Photo Paper, moet u de
instelling voor de papiersoort ook wijzigen voor het beste resultaat.
1. Raak het pictogram Setup aan om het menu setup weer te geven. Zie
informatie.
2. Raak Voorkeuren aan, en gebruik de pijltjestoetsen om naar Papiersoort te navigeren en dit aan te raken.
3. Selecteer een van de volgende papiersoorten:
•
HP Advanced fotopapier (standaardinstelling)
•
HP Premium fotopapier
•
Ander, normaal
•
Ander, foto
Als u afdrukt vanaf een computer, wijzig dan de papiersoort en andere printerinstellingen in het
afdrukdialoogvenster. Zie
afdruktaak op pagina 41
U kunt uit een groter aantal papiersoorten kiezen als u afdrukt vanaf een computer dan wanneer u afdrukt zonder
computer. Als u zonder computer afdrukt, neemt de printer waar welk papierformaat wordt gebruikt, en wordt de
afbeelding zo aangepast dat deze op het gebruikte papierformaat past.
20
Elementaire informatie over papier
Afdrukken vanaf een computer op pagina 39
voor meer informatie.
Menu Setup op pagina 13
en
De afdrukinstellingen wijzigen voor de
voor meer