tuig te kunnen draaien moet de
gasklep worden geopend.
WAARSCHUWING
De gasklep moet open zijn en
het stuur gedraaid om de rich-
ting van het vaartuig te verande-
ren. De bestuurbaarheid hangt
af van hoeveel gas wordt gege-
ven, het aantal passagiers, de
lading, de omstandigheden op
het water en omgevingsfacto-
ren zoals de wind.
In tegenstelling tot bij een auto
moet u bij een waterscooter gas
geven om te kunnen draaien. Oe-
fen gas geven en uitwijken voor
een ingebeeld object op een veilige
plek. Dit is een goede techniek om
aanvaringen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Als u de gashendel loslaat hebt
u minder controle over de
vaarrichting en wanneer u de
motor stilligt ontbreekt die con-
trole helemaal.
De waterscooter gedraagt zich an-
ders met een passagier en vergt
dan een grotere stuurvaardigheid.
De passagiers moeten zich altijd
aan de zadelriem, de gevormde
handgreep, of aan het middel van
de persoon vóór hen vasthouden.
Matig uw snelheid en vermijd
scherpe bochten. Vermijd woelig
water wanneer u een passagier
vervoert.
Scherpe bochten en andere
speciale manoeuvres
Bij scherpe bochten of speciale
manoeuvres waarbij de openingen
van de luchtinlaat langere tijd onder
water blijven zal water in het ruim
sijpelen.
Verbrandingsmotoren hebben lucht
nodig om te kunnen werken; daar-
om kan deze waterscooter niet
volledig waterdicht zijn.
OPMERKING
Als de luchtinlaat-
openingen onder water worden
gehouden, bijvoorbeeld wanneer
u aanhoudend in kleine cirkels
rondvaart, met de boeg door
golven klieft of de waterscooter
kapseist kan er water in het ruim
sijpelen. Dit kan ernstige schade
aanrichten aan motoronderdelen.
Raadpleeg het hoofdstuk GARAN-
TIE in deze handleiding.
O.T.A.S. (Off-Throttle Assisted
Steering System)
Het O.T.A.S.-systeem biedt nog
meer manoeuvreerbaarheid wan-
neer de gasklep dicht is.
Indien de bestuurder de gas ont-
spant naar stationair bij het ingaan
van een volledige draai, zal het
O.T.A.S.-systeem
worden geactiveerd en het toeren-
tal lichtjes opvoeren zodat de
draaibeweging kan worden afge-
werkt.
Zodra het stuur terugkeert naar de
middelste stand, keert de gas terug
naar stationair.
Maak gebruik van uw eerste vaart
om u vertrouwd te maken met dit
systeem.
Schakelen naar neutraal
Modellen zonder iBR
Bij deze modellen is de waterscoo-
ter altijd in beweging zolang de
motor loopt.
Met iBR uitgeruste modellen
WAARSCHUWING
De aandrijfas en de impeller
draaien altijd als de motor
draait, zelfs als de iBR-poort in
de neutrale stand is geplaatst.
Blijf uit de buurt van het stuw-
systeem van de waterscooter.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
elektronisch
65