BEDIENINGSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Voer de INSPECTIE VÓÓR HET
VERTREK altijd uit voordat u de
waterscooter gaat gebruiken.
Lees zeker de VEILIGHEIDSIN-
FORMATIE en de hoofdstukken
met INFORMATIE OVER DE
WATERSCOOTER en maak uzelf
goed vertrouwd met de iControl
technologie.
Mocht er een regelingselement of
een instructie niet geheel zijn begre-
pen, raadpleeg dan een erkende
Sea-Doo dealer.
Opstappen op de water-
scooter
Net als bij elk ander vaartuig moet
het aan boord gaan voorzichtig ge-
beuren.
Zorg dat u alle opstapmethodes
oefent tot u ervaren bent om onder
alle omstandigheden veilig op te
stappen.
WAARSCHUWING
Druk de gashendel niet in, of
schakel de motor gewoon uit
als iemand opstapt of zich ach-
ter het vaartuig bevindt.
Aan boord gaan vanaf de wal
Wanneer u vanaf de kade opstapt,
plaatst u langzaam een voet op de
treeplank van de waterscooter die
het dichtst bij de kade ligt terwijl u
het stuur vasthoudt, en verplaatst
tegelijk uw lichaamsgewicht naar
de andere kant om de waterscooter
in evenwicht te houden.
Zwaai vervolgens de andere voet
over het zadel en plaats hem op de
andere treeplank. Duw de water-
scooter weg van de kade.
Aan boord gaan vanuit ondiep
water
In ondiep water kunt u ofwel vanaf
de achterkant ofwel vanaf de zij-
kant op de waterscooter stappen.
WAARSCHUWING
-
Blijf met uw ledematen uit
de buurt van de straalbuis
en het inlaatrooster.
-
Gebruik het aandrijfsysteem
nooit als steunpunt om op
te stappen.
Zorg dat zich minstens 90 cm wa-
ter onder het laagste deel achter-
aan de romp bevindt.
Houd er rekening mee dat de romp
lager in het water zal liggen als alle
passagiers aan boord zijn. Houd
deze voorgeschreven diepte altijd
aan zodat er geen zand, steentjes
of keien in de jetpomp worden ge-
trokken.
59