Opbouw en werking
Impulsen per 100 m berekenen
1. Een meettraject van exact 100 m op het
veld afmeten.
Begin- en eindpunt van het meettraject
markeren.
2. Tractor in startpositie (Afb. 72) en
zaaimachine in werkstand brengen
(zaaddosering evt. onderbreken).
6. Na exact 100 m stoppen.
Het display (Afb. 73) geeft de
→
kalibreerwaarde (bijv 1005 Imp./100 m)
weer.
7. Toets
indrukken.
De kalibreerwaarde (imp./100 m) opslaan.
→
96
Bereken de exacte kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" altijd aan
de hand van een kalibratierit:
•
vóór de eerste inbedrijfstelling;
•
bij optredende verschillen tussen de berekende en de
daadwerkelijke rijsnelheid / afgelegde afstand;
bij optredende verschillen tussen de berekende en de
•
daadwerkelijk bewerkte oppervlakte;
bij verschillende bodemomstandigheden.
•
U moet de kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" onder de op het
veld heersende omstandigheden berekenen.
Afb. 75
3. Toets
indrukken en ingedrukt houden.
4. Toets
indrukken.
Het display geeft "0" aan.
→
5. Begin te rijden
Het display toont de impulsen.
→
Tijdens het rijden op geen enkele toets drukken.
Afb. 76
De opgeslagen waarde weergeven: toets
De kalibreerwaarde (imp./100 m) mag niet kleiner zijn dan 250.
De AMALOG+ werkt anders niet naar behoren.
indrukken..
ZG- B BAG0003.23 11.22