ZG- B BAG0003.23 11.22
Controleer bij nieuwe machines na 3 - 4 bakvullingen of de
•
bouten nog goed vast zitten; zo nodig natrekken.
•
Gebruik alleen goed gekorrelde meststoffen en soorten die in de
strooitabel staan vermeld. Controleer de dwarsverdeling van de
mestkorrels voor de ingestelde werkbreedte met de mobiele
testbank, als er onvoldoende gegevens over de meststof bekend
zijn.
•
Let er bij het strooien van gemengde kunstmestsoorten op, dat
de afzonderlijke soorten verschillende vliegeigenschappen
ο
kunnen hebben;
ο
de afzonderlijke soorten zich kunnen gaan scheiden.
•
Verwijder na elk gebruik eventueel aan de strooiplaten
vastplakkende mest!
ZG-B Drive,
voor met strooien te beginnen:
opdrachtgegevens
•
machinegegevens
•
in de AMATRON 3 opslaan / controleren.
Zie bedieningshandleiding van de boordcomputer AMATRON 3!
Breng de machine in de gebruiksstand:
•
Hoofdschuif afstellen.
ZG-B-drive:
TrailTron-dissel in gebruiksstand brengen
•
(afsluitkraan in positie I), zie pagina 86.
ZG-B Super:
Grondwielaandrijving in gebruiksstand brengen.
•
De kunstmeststrooier is aan de tractor gekoppeld.
•
De voedingsleidingen zijn aangesloten.
•
Cardanas is gekoppeld.
•
De instellingen zijn uitgevoerd.
•
Werken met de machine
143