12.10.2 Banden monteren
Band monteren:
Voor het opkrikken van de ZG-B voor het
verwisselen van een band de krik onder de
gemarkeerde plaats (Afb. 123/1) zetten.
ZG- B BAG0003.23 11.22
Controleer de bandenspanning regelmatig bij koude banden, dus
•
voor het rijden.
•
Het luchtdrukverschil in de banden van een as mag niet groter
zijn dan 0,1 bar.
De bandenspanning kan tot 1 bar oplopen na een snelle rit of bij
•
warm weer. In geen geval de bandenspanning verlagen, omdat
de bandenspanning anders bij het afkoelen te laag is.
•
Voordat u een nieuwe band of een andere band monteert, eerst
de roestplekken op de velgrand verwijderen. Tijdens het rijden
kan corrosie schade aan de velgen veroorzaken.
•
Gebruik bij de montage van nieuwe banden altijd nieuwe
binnenbandloze ventielen of slangen.
Schroef altijd ventieldoppen met dichting op de ventielen.
•
Afb. 126
Reiniging, onderhoud en reparatien
173