Werken met de machine
ZG- B BAG0003.23 11.22
Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor
•
aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van het hydraulisch
systeem van de tractor te blokkeren in een positie waarin
onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten!
•
Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en
afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij
stilstand)!
•
Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u
bekneld kunt raken!
Ga bij het aan- en afkoppelen van machines aan of van de
•
tractor bijzonder voorzichtig te werk! Tussen tractor en machine
bevinden zich bij de koppelingspunten plekken waar u bekneld
kunt raken!
•
Het is verboden om zich tijdens het bedienen van de
driepuntshydraulica tussen tractor en machine te bevinden!
Aangesloten voedingskabels
•
moeten in bochten bij alle bewegingen zonder spanning,
ο
knikken of wrijving soepel meebewegen.
ο
mogen niet langs onderdelen schuren.
•
Ontkoppelingskabels voor snelkoppelingen moeten los hangen
en mogen in de onderste positie niet uit zichzelf ontkoppelen!
Zorg dat de afgekoppelde machine altijd stabiel op zijn plaats
•
staat!
•
Maak uzelf voordat u met de werkzaamheden begint vertrouwd
met de uitrusting en bedieningselementen van de machine en
hun functies. Tijdens het werk is het daarvoor te laat!
•
Draag strak zittende kleding! Losse kleding verhoogt het risico
op vastgrijpen of opwikkelen door cardanassen!
Gebruik de machine alleen als alle veiligheidsvoorzieningen zijn
•
aangebracht en zich in de juiste positie bevinden!
•
Houd rekening met de maximale belading van de
aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare
asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met
een gedeeltelijk gevulde bak.
Het is verboden om zich binnen het werkbereik van de machine
•
te bevinden!
Het is verboden om zich binnen het draai- en zwenkbereik van
•
de machine te bevinden!
Extern bediende machineonderdelen (bijv. hydraulisch) zijn
•
voorzien van delen waar u bekneld kunt raken!
Gebruik extern bediende machineonderdelen uitsluitend als
•
personen zich op voldoende veilige afstand van de machine
bevinden!
•
Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat
u de tractor verlaat.
Hiertoe
ο
laat u de machine op de grond zakken;
ο
trekt u de handrem aan;
zet u de motor van de tractor af;
ο
verwijdert u de contactsleutel.
ο
Algemene veiligheidsinstructies
27