Opbouw en werking
5.15
Strooien van gekorrelde meststoffen met strooischotels OM
5.3 zam
In rijrichting gezien:
linker strooischijf (Afb. 37/1) met markering
•
L.
•
rechter strooischijf (Afb. 37/2) met
markering R.
Strooiplaat:
Lang (Afb. 37/3) –
•
waarden van de instelschaal tussen 35 en
55.
Kort (Afb. 37/4) –
•
waarden van de instelschaal tussen 5 en
28.
70
Afb. 39
(1) Strooischijven OM
(2) Trechtergoot
Voor het strooien van gekorrelde meststoffen met de OM
strooischotels altijd de trechtergoot gebruiken. Hierdoor treftt de
meststof de strooischotel op het optimale punt.
Bij toepassing van de strooischijven OM is een traploze afstelling van
de werkbreedte mogelijk door het zwenken van de strooiplaat op de
strooischijven.
De strooischijven OM 10-16 kunnen voor werkbreedten van 10-16 m
worden gebruikt.
De strooischijven OM 18-24 kunnen voor werkbreedten van 18-24 m
worden gebruikt.
De strooischijven OM 24-36 kunnen voor werkbreedten van 24-36 m
worden gebruikt.
Afb. 40
De U-vormige strooiplaten zijn zodanig gemonteerd, dat de open
zijden in draairichting wijzen en de mestkorrels opnemen
De instellingen worden uitgevoerd aan de hand van de strooitabel. De
controle van de ingestelde werkbreedte kan eenvoudig met de
mobiele testbank (optioneel) worden uitgevoerd.
ZG- B BAG0003.23 11.22