Opbouw en werking
Transportritten
86
Voorwaarde voor het perfect functioneren van de hydraulisch
bediende naloop-stuuras/-dissel is een correct uitgevoerde TrailTron-
kalibratie
Voer een TrailTron-kalibratie uit
bij de eerste ingebruikneming.
•
bij afwijkingen van de op het display weergegeven aansturing
•
van de naloopstuuras en de werkelijke aansturing van de
naloopstuuras.
GEVAAR
De TrailTron-stuurdissel
mag niet worden gebruikt voor het volgen van het spoor van
•
de tractor op hellingen!
De TrailTron-stuurdissel uitsluitend op vlak terrein
gebruiken. Oneffenheden van maximaal 5° veroorzaakt door
voren zijn toegestaan!
mag niet worden gebruikt voor het manoeuvreren bij het
•
achteruitrijden!
Kantelgevaar voor de machine!
Bij het gebruik van de naloopstuurdissel bestaat
•
kantelgevaar bij draaimanoeuvres op de wendakker en in
enge bochten met hoge rijsnelheid als gevolg van
verplaatsing van het zwaartepunt bij ingeslagen stuurdissel.
Het kantelgevaar is extra groot bij bergaf rijden in ongelijk
•
terrein!
Pas uw rijgedrag aan en verlaag de rijsnelheid bij
•
draaimanoeuvres aan de wendakker, zodat u tractor en
veldspuit goed onder controle hebt.
Schäden der Gelenkwelle durch zu große Abwinkelungen bei ZG-B
mit TrailTron durch falsche Montage der Gelenkwelle.
•
Einsatz mit TrailTron: Weitwinkel der Gelenkwelle maschinen-
seitig montieren.
Einsatz ohne TrailTron: Weitwinkel der Gelenkwelle traktorseitig
•
montieren.
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen door omkantelen van de machine!
Verboden met ingeschakelde TrailTron zijn
•
Rangeren
ο
transportritten
ο
Voor transportritten moet de stuurdissel in de transportstand
•
worden gezet!!
ZG- B BAG0003.23 11.22