De afgelegde route vastleggen
Zorg dat de camera naar boven gericht is en dat er niets boven op ligt
wanneer u de camera tijdens het reizen in een tas of koffer vervoert.
Stel de datum en tijd op de camera zo nauwkeurig mogelijk in. Stel
tevens de juiste tijdzone en zomer-/wintertijd voor de actuele
opnamelocatie in.
Wanneer u de Map Utility-software gebruikt, worden de opnamen van
een geotag voorzien door de datum- en tijdinformatie te vergelijken met
de datum en tijd in de logbestanden. Een onjuiste datum- en tijdinstelling
kan voor onjuiste geotags zorgen.
Aangezien locatie-informatie, datum en tijd voortdurend worden
vastgelegd, wordt er ook batterijvermogen verbruikt als de camera is
uitgeschakeld. Daardoor kan het gebeuren dat de batterij al vrij leeg is
wanneer de camera wordt ingeschakeld. Laad de batterij indien nodig op
of zorg voor een volle reservebatterij (afzonderlijk verkrijgbaar).
Wanneer u opnamen maakt terwijl de GPS-logfunctie is ingeschakeld,
krijgen de opnamen een geotag. De vastgelegde locatie-informatie kan
met de Map Utility-software op een virtuele kaart op de computer worden
weergegeven.
Het is mogelijk om op een later tijdstip met de Map Utility-software
locatie-informatie toe te voegen aan opnamen die zijn gemaakt met
andere EOS-camera's en digitale compactcamera's van Canon die
samen met deze camera hebben gereisd. Dit is mogelijk voor JPEG- en
RAW-opnamen (bestandsextensie: CR2).
Ook filmbestanden kunnen op deze manier op een later tijdstip van een
geotag worden voorzien, wanneer deze zijn gemaakt met camera's
waarbij [Instellingen GPS-systeem] in het menu aanwezig is (behalve
de EOS 7D).
G-16