Opnieuw verbinding maken
De camera kan opnieuw verbinding maken met een andere camera
waarvoor de verbindingsinstellingen zijn geregistreerd.
1
Selecteer [Wi-Fi-functie].
Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-
Fi] in op [Inschakelen] en selecteer
vervolgens [Wi-Fi-functie].
2
Selecteer [z].
Selecteer [z] (Blden tussen
camera's verz.) en druk op <0>.
3
Breng een verbinding tot stand.
Selecteer [Verbinden] en druk op <0>.
Selecteer in het bevestigingsscherm [OK].
Voer de verbindingsprocedure ook op de
doelcamera uit.
De opnamen op de kaart worden
weergegeven en de gewenste opnamen
kunnen worden geselecteerd.
Wanneer er instellingen voor meerdere
verbindingsdoelen zijn geregistreerd,
selecteert u [Kies instell.] en het
verbindingsdoel en brengt u de
verbinding tot stand.
Standaard worden de instellingen
genoemd naar de bijnaam van de
camera waarmee verbinding is
gemaakt.
W-19