Opnamen overbrengen
Opnamen een voor een overbrengen
De geselecteerde opnamen worden een voor een overgebracht.
Als er tijdens de verbinding opnamen worden weergegeven of nieuwe
opnamen worden gemaakt, wordt de verbinding verbroken.
RAW-opnamen kunnen niet worden overgebracht.
W-16
1
Selecteer een opname die u wilt
overbrengen.
Druk op de toets <U> om de gewenste opname
te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Druk op de knop <u> en draai het instelwiel
<6> linksom om in de indexweergave een
opname te selecteren. Als u naar de gewone
opnameweergave wilt terugkeren, draait u het
instelwiel <6> rechtsom.
2
Selecteer [Wrg. bld. vrz.].
Als u het formaat van de te verzenden
opname wilt selecteren, drukt u op de knop
<U> en selecteert u [Beeldf. wijz.].
Druk op de knop <U> om [Wrg. bld.
vrz.] te selecteren en druk op <0>.
Er wordt een overdrachtvoortgangsscherm
weergegeven.
Als u nog een opname wilt
overbrengen, herhaalt u stap 1 en 2.
3
Beëindig de verbinding.
Druk op de knop <M> om het
bevestigingsscherm weer te geven. Druk op de
knop <U> om [OK] te selecteren en druk
op <0> om de verbinding te beëindigen.
Het scherm [Wi-Fi-functie] verschijnt weer.