Het positiedetectie-interval instellen
Het interval voor actualisering van de locatie-informatie kan worden
ingesteld. Een korter positiedetectie-interval resulteert in
nauwkeurigere locatie-informatie voor uw opnamen. Er zijn dan echter
wel minder opnamen per batterijlading mogelijk.
Het aantal mogelijke opnamen ligt bij ongunstige
signaalomstandigheden lager.
Door de aard van GPS kunnen de positiedetectie-intervallen wat
inconsistent zijn.
1
Selecteer [GPS].
Selecteer op het tabblad [52] de
optie [GPS] en druk op <0>.
2
Stel [GPS-systeem sel.] in op
[Interne GPS].
3
Selecteer [Stel in].
4
Selecteer [Timing positie-update].
5
Selecteer de tijd.
G-11