3. Als u een geheugenmodule vervangt, moet u zichzelf aarden en de bestaande module verwijderen:
a. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmen aan weerszijden van de geheugenmoduleingang voorzichtig uit elkaar te drukken totdat
de module uit de ingang omhoog springt.
b. Verwijder de module uit de ingang.
1
bevestigingsklemmen (2 per ingang)
KENNISGEVING:
Breng geheugenmodules in een hoek van 45 graden aan om schade aan de ingang te voorkomen.
4. Aard uzelf en installeer de nieuwe geheugenmodule:
OPMERKING:
Als de geheugenmodule niet op de juiste wijze werd geïnstalleerd, start de computer mogelijk niet meer goed op. Er is geen foutmelding
die een dergelijke fout aanwijst.
a. Lijn de inkeping in de kaartrandingang van de module uit met het lipje in de ingangssleuf.
b. Schuif de module in een hoek van 45 graden stevig in de sleuf, en draai de module neerwaarts totdat deze vastklikt. Als u niet voelt dat de
module vastklikt, moet u deze verwijderen en opnieuw installeren.
5. Breng de kap opnieuw aan.
KENNISGEVING:
Als u moeite hebt om de kap te sluiten, moet u de module verwijderen en opnieuw installeren. Als u de kap forceert, kan de computer
beschadigd raken.
6. Breng de batterij in het batterijcompartiment aan of sluit de netadapter aan op de computer en op een stopcontact.
7. Zet de computer aan.
Tijdens het opstarten zal de computer het additionele geheugen detecteren en automatisch de configuratieinformatie van de computer bijwerken.
Om de hoeveelheid geheugen die op uw computer is geïnstalleerd te controleren, klikt u op Start® Help en ondersteuning en vervolgens op
Computergegevens.
8. Vervang de geheugenmodulekap.
Draadloze kaarten
Als u een draadloze kaart bij uw computer hebt besteld, is deze kaart reeds geïnstalleerd.
LET OP:
Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
Wireless Local Area Network (WLAN)-kaart
2
geheugenmodule