Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Op Het In Te Zaaien Perceel; Instellen Van De Schaardruk; Bij D7/E-N; Instellen Van De Wielsporenwisserscharen - Amazone D7/30-E-R Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.9 Op het in te zaaien perceel
Is men op het in te zaaien perceel
aangekomen,
breng dan eerst de machine
in werk-
stand. De verlichtingsbalk
eventueel
afnemen
en de markeurs
uitzetten.
Last de markeurs
eerst ook enkeie
keren wisselen
en controleer
of de ophangkettingen
op de goede
lengte zijn ingesteld.
Let er op dat de juiste
markeurschijf
tijdens
de eerste werkgang
een spoor maakt (zie punt 3.3.1).
4 Instellen van de schaardruk
De druk op de zaaischaar
bepaald
de diepte waarop
wordt gezaaid.
Het aanhouden
van
de gewenste
zaaidiepte
is een voorwaarde
voor een goede opbrengst.
De zaaimachines
D7/30-E
en D7/40-E
zijn daarom
standaard
uitgevoerd
met een centrale
hydraulische
schaardrukverstelling.
Voor het bedienen
is een enkelwerkend
hydraulisch
ventiel
op de
trekker
nodig. Door het versteken
van 2 pennen
(hg. 20/1),
naast de sehaal van de hy-
draulische
schaardrukverstelling,
wordt
de maximum
en minimum
schaardruk
geregeld.
Wanneer er geen druk op de cilinder
wordt gebracht,
dan ligt de aanslag
(fig. 20/2) tegen
de botvenste pen. Wordt er druk op de cilinder
gebracht
dan ligt de aanslag
tegen
de
onderste
pen. Stand ,,Cr", de laagste schaardruk,
wordt bereikt wanneer
men de bovenste
pen uitneemt.
Met behulp
van het hydraulische
systeem
is het mogelijk
om, op sterk
Wisselende
grondsoorten,
de schaardruk
aan deze omstandigheden
tijdens
het rijden aan
ie passen.
Ter controle
van de zaaidiepte
is het gewenst
om een paar meter met de machine
te
zaaien op de snelheid
waarmee
men later ral gaan rijden. Zaait men te diep dan moet de
schaardruk
minder worden.
Bij meer schaardruk
gaat men dieper zaaien.
Zonder
extra schaardruk
kan het. op lichte grondsoorten,
voorkomen
dat door het eigen
gewicht
van de Schaar, nog te diep wordt
gezaaid.
In deze gevallen
dient
men een
stroken
zaaischoen
(extra uitvoering)
op de kompaktscharen
aan te brengen.
Bij uitvoe-
ring met rolschijfschaar
adviseren
wij om een diepte
begrenzer
te monteren
bij sterk
Wisselende grondsoorten.
Het diepte begrenzen
in combinatie
met de hydraulische
schaar-
drukverstelling
biedt een optimale
regeling
van de zaaidiepte.
In gevallen
dat enkele scharen, b.v. die in het trekkerspoor
lopen, een hogere druk nodig
hebben,
is het mogelijk
om de veer aan de Schaar in een andere
stand (fig. 21/1)
in te
haken. Hierdoor
kan men de schaardruk
per Schaar verhogen
ten opzichte
van de nor-
male instelling
(fig. 21/2).
4.1 Instellen van de wielsporenwisserscharen
bij D 7/E-N
Het zaad valt in een trechter
onder de zaaihuisjes
en wordt
door de wielsporenwisser-
Schaar op een brede strook gezaaid, waarbij
het zaad door 2 zaairaden
wordt toegevoerd.
Aanbeveling:
Bij toepassing
van de strokenzaaischoenen
wordt aanbevolen
om het door
een zaairad
naar de wielsporenwisserschaar
toe te voeren.
Dit omdat de zaadverdeling
van een strokenzaaischoen
reeds voldoende
is.
De zaaidiepte
bij een wielsporenwisserschaar
(fig. 22/1) is door een bout (fig. 22/2) zo in
te stellen,
dat de Schaar het wielspoor
ongeveer
2 cm. diep bewerkt.
Daardoor
wordt
achter de wielen in een ongeveer
12 cm. brede zaaistrook
op 2 cm. diepte gezaaid.
Daar-
na bedekt de exakt-egge
het zaad met aarde.
In geen enkel geval mag het zaad te diep worden
gezaaid,
alleen om het wielspoor
van
de machine met de wielsporenwisserschaar
te bewerken.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

D7/40-e-rD7/30-e-nD7/40-e-n

Inhoudsopgave