Hoofdcode
Storing thermistor gebruikersinterface (binnenunit)
Storing ventilator of afvoerpomp
(warmtewisselaarunit)
Storing printplaat (compressorunit)
Aardlekschakelaar geactiveerd (compressorunit)
Hogedrukschakelaar geactiveerd
Storing lage druk (compressorunit)
Compressorblokkering gedetecteerd (compressorunit)
Storing elektronische expansieklep (compressorunit of
warmtewisselaarunit)
Storing perstemperatuur (compressorunit)
Abnormale aanzuigtemperatuur (compressorunit)
Detectie te veel koelmiddel
Storing hogedrukschakelaar
Storing lagedrukschakelaar
Storing omgevingstemperatuursensor
(warmtewisselaarunit)
Storing druksensor
Storing stroomsensor
Storing perstemperatuursensor (compressorunit)
Storing gastemperatuursensor warmtewisselaar
(warmtewisselaarunit)
Storing aanzuigtemperatuursensor (compressorunit)
Storing ontijzingstemperatuursensor
(warmtewisselaarunit)
Storing vloeistoftemperatuursensor (na onderkoeling
HE) (compressorunit)
Storing gastemperatuursensor (na onderkoeling HE)
(compressorunit)
Storing hogedruksensor (BIPH)
Storing lagedruksensor (BIPL)
INV-printplaat abnormaal
Lameltemperatuur abnormaal
Inverter-printplaat defect
Overstroom compressor gedetecteerd
Compressorblokkering (opstarten)
Transmissie compressorunit - inverter: Probleem INV-
transmissie
INV asymmetrische voedingsspanning
Storing lamelthermistor
Storing instelling capaciteit warmtewisselaarunit.
Abnormale daling lage druk, defecte expansieklep
Storing faseomkering voeding
INV voedingsspanning te laag
Systeem nog niet proefgedraaid
Defecte bedrading binnenunit/warmtewisselaarunit/
compressorunit
Abnormale communicatie tussen gebruikersinterface
en binnenunit
Abnormale communicatie tussen hoofd- en
subgebruikersinterface
Verkeerde combinatie in systeem. Verkeerd type
binnenunit aangesloten. Storing binnenunit. Storing
warmtewisselaarunit.
Storing aansluiting over binnenunits of verkeerde
combinatie types (verkeerd type binnenunits of
warmtewisselaarunit)
Dubbel gecentraliseerd adres
RKXYQ5+8T7Y1B + RDXYQ5+8T7V1B*
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P408445-1A – 2016.04
Inhoud
20 Opsporen en verhelpen van storingen
Hoofdcode
Storing in communicatie gecentraliseerde besturing -
binnenunit
Storing automatische adressering (inconsistentie)
Storing automatische adressering (inconsistentie)
20.2
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
20.2.1
Symptoom: Het systeem werkt niet
▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop
van de gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt, is
toestand van het systeem normaal. Om overbelasting van de
compressormotor te voorkomen, start de airconditioner pas 5
minuten nadat hij werd uitgeschakeld. Deze vertraging wordt ook
toegepast na gebruik van de keuzeknop voor de bedrijfsstand.
▪ Als "Onder gecentraliseerde besturing" op de gebruikersinterface
staat, knippert het display enkele seconden wanneer u op de
werkingstoets drukt. Het knipperende display betekent dat de
gebruikersinterface niet kan worden gebruikt.
▪ Het systeem start niet meteen nadat de voeding is ingeschakeld.
Wacht één minuut tot de microcomputer bedrijfsklaar is.
20.2.2
Symptoom: Koelen/verwarmen kan niet
worden omgeschakeld
▪
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) op het
display betekent dat dit een slave-gebruikersinterface is.
▪ Wanneer
de
keuzeschakelaar
afstandsbediening is geïnstalleerd en op het display
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) staat, betekent
dit dat omschakelen koelen/verwarmen wordt geregeld door de
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening.
Vraag uw dealer waar de afstandsbedieningsschakelaar is
geïnstalleerd.
20.2.3
Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar
koelen en verwarmen werken niet
Onmiddellijk na het inschakelen. De microcomputer is nog aan het
opstarten en voert een communicatiecontrole uit met alle
binnenunits. Wacht 12 minuten (maximum) tot de microcomputer
klaar is.
20.2.4
Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt
niet overeen met de instelling
De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de instelknop voor
de ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur bij het
verwarmen
de
ingestelde
compressorunit stil en gaat de ventilator van de binnenunit over naar
fluistersnelheid. Dit voorkomt dat koude lucht rechtstreeks op de
personen in de kamer wordt geblazen. De ventilatorsnelheid
verandert niet wanneer u op de knop drukt, zelfs niet wanneer een
andere binnenunit verwarmt.
20.2.5
Symptoom: De luchtstroomrichting stemt
niet overeen met de instelling
De luchtstroomrichting stemt niet overeen met het display van de
gebruikersinterface. De luchtstroomrichting zwenkt niet. Dit komt
doordat de unit door de microcomputer wordt bestuurd.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Inhoud
koelen/verwarmen
op
temperatuur
bereikt,
valt
63
de
de