#
Actie
4
Selecteer waarde 4 (= 8°C).
a: Geef de huidige waarde
weer.
b: Verander in 4. ("X×" hangt
af van de huidige waarde en
de waarde die u wilt
selecteren.)
c: Voer de waarde in het
systeem in.
d: Bevestig. Het systeem
begint te werken volgens de
instelling.
5
Verlaat stand 2.
Voorbeeld: 7-segmentendisplay – Stand 2
(in het geval van 8 HP)
Verander de waarde van instelling [2‑8] (= T
koelen) als volgt in 4 (= 8°C):
#
Actie
1
Begin vanuit de
standaardsituatie.
2
Selecteer stand 2.
3
Selecteer instelling 8.
("X×" hangt af van de
instelling die u wilt
selecteren.)
4
Selecteer waarde 4 (= 8°C).
a: Geef de huidige waarde
weer.
b: Verander in 4. ("X×" hangt
af van de huidige waarde en
de waarde die u wilt
selecteren.)
c: Voer de waarde in het
systeem in.
d: Bevestig. Het systeem
begint te werken volgens de
instelling.
5
Verlaat stand 2.
7.2.7
Stand 1 (en standaardsituatie): Controle
instellingen
In stand 1 (en in de standaardsituatie) kan informatie worden
uitgelezen. De informatie die kan worden uitgelezen verschilt naar
gelang van het model.
7 segmentendisplay – Standaardsituatie (H1P UIT)
(in het geval van 5 HP)
U kunt de volgende informatie uitlezen:
RKXYQ5+8T7Y1B + RDXYQ5+8T7V1B*
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P408445-1A – 2016.04
Knop/display
a
BS3 [1×]
H6P
b
BS2 [X×]
c
BS3 [1×]
d
BS3 [1×]
BS1 [1×]
streeftemperatuur bij
e
Knop/display
H7P
BS1 [5 s]
BS2 [X×]
a
BS3 [1×]
b
BS2 [X×]
c
BS3 [1×]
d
BS3 [1×]
BS1 [1×]
7 segmentendisplay – Stand 1 (H1P knippert)
(in het geval van 5 HP)
U kunt de volgende informatie uitlezen:
[1‑5]
Geeft het totaal aantal
aangesloten units
(warmtewisselaarunit +
binnenunits) aan.
Waarde / Beschrijving
Geeft de status van de geluidsarme werking aan.
UIT
Unit werkt momenteel niet in de geluidsarme
werking.
AAN
Unit werkt momenteel in de geluidsarme werking.
De geluidsarme werking beperkt het door de unit
geproduceerde geluid in vergelijking met de nominale
bedrijfsomstandigheden.
De geluidsarme werking kan worden ingesteld in stand 2.
De geluidsarme werking van de compressorunit en de
warmtewisselaarunit kan op twee manieren worden
ingesteld.
▪ Bij de eerste manier wordt de geluidsarme werking door
middel van een lokale instelling 's nachts ingeschakeld.
De unit werkt gedurende de geselecteerde tijdsduur in de
geluidsarme stand.
▪ Bij de tweede manier wordt de geluidsarme werking op
basis van een externe input ingeschakeld. Hiervoor is een
optioneel accessoire vereist.
Geeft de status van de werking met
stroomverbruikbegrenzing aan.
UIT
Unit werkt momenteel niet met
stroomverbruikbegrenzing.
AAN
Unit werkt momenteel met
stroomverbruikbegrenzing.
De werking met stroomverbruikbegrenzing verlaagt het
stroomverbruik van de unit in vergelijking met de nominale
bedrijfsomstandigheden.
De werking met stroomverbruikbegrenzing kan worden
ingesteld in stand 2. De werking met
stroomverbruikbegrenzing van de compressorunit kan op
twee manieren worden ingesteld.
▪ Bij de eerste manier wordt het stroomverbruik begrensd
door middel van een lokale instelling. De unit werkt dan
altijd
met
de
geselecteerde
stroomverbruik.
▪ Bij de tweede manier wordt het stroomverbruik begrensd
op basis van een externe input. Hiervoor is een optioneel
accessoire vereist.
Instelling
(
)
Hiermee kunt u gemakkelijk
controleren of het totaal aantal
geïnstalleerde units
(warmtewisselaarunit +
binnenunits) overeenstemt met
het totaal aantal door het
systeem herkende units. Als dit
niet het geval is, controleer dan
de communicatiebedrading
tussen de compressorunit en de
warmtewisselaarunit, en die
tussen de compressorunit en de
binnenunits (F1/F2-
communicatieleiding).
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7 Configuratie
begrenzing
van
het
Waarde / Beschrijving
37