8 Inbedrijfstelling
Laat het systeem proefdraaien na de eerste installatie. Anders wordt
de storingscode
aangegeven op de gebruikersinterface en is de
normale werking niet mogelijk of kunt u een afzonderlijke binnenunit
niet laten proefdraaien.
Problemen met binnenunits kunnen niet voor elke unit afzonderlijk
worden gecontroleerd. Controleer de binnenunits één voor één met
een normale regeling op de gebruikersinterface na het beëindigen
van het proefdraaien. Zie de montagehandleiding van de binnenunit
voor meer informatie over afzonderlijk proefdraaien.
INFORMATIE
▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een
uniforme toestand te krijgen voordat de compressor
wordt gestart.
▪ Bij het proefdraaien kan het stromen van het
koelmiddel of het geluid van een magneetklep goed
hoorbaar zijn en kan de displayweergave veranderen.
Dit zijn evenwel geen storingen.
8.4.2
Proefdraaien (7-segmentendisplay)
(in het geval van 5 HP)
1 Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld; zie
"7.2 Lokale instellingen uitvoeren" op
2 Schakel
de
voeding
warmtewisselaarunit en de aangesloten binnenunits IN.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
van
compressor te beschermen.
3 Controleer of het systeem in de standaardsituatie (stilstand)
staat (H1P is UIT); zie
"7.2.4 Stand 1 of 2 activeren" op
pagina
35. Druk minstens 5 seconden op BS4. De unit begint
het proefdraaien.
Gevolg: Het proefdraaien wordt automatisch uitgevoerd, H2P
knippert op de compressorunit en de aanduiding "Proefdraaien"
en "Onder gecentraliseerde besturing" wordt aangegeven op de
gebruikersinterface van de binnenunits.
Stappen van de procedure van het automatisch proefdraaien van het
systeem:
Stap
Controle vóór het opstarten
(drukvereffening)
Opstartregeling koelen
Koelen stabiel
Communicatiecontrole
Controle afsluiter
Controle leidinglengte
Afpompen
Unit stop
INFORMATIE
Tijdens het proefdraaien kan de unit niet worden stilgelegd
met de gebruikersinterface. Druk op BS3 om af te breken.
De unit stopt ±30 seconden later.
4 Controleer het resultaat van het proefdraaien op het 7-
segmentendisplay van de compressorunit.
Beëindiging
Normaal
beëindigd
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
46
pagina 34.
van
de
compressorunit,
stroom
te
voorzien
en
de
Beschrijving
Beschrijving
Beëindiging
Abnormaal
beëindigd
Zie
van het proefdraaien" op pagina 47
stappen om de storing op te lossen. Wanneer
het proefdraaien is voltooid, kan de normale
werking na 5 minuten worden begonnen.
8.4.3
Proefdraaien (7-segmentendisplay)
(in het geval van 8 HP)
1 Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld; zie
"7.2 Lokale instellingen uitvoeren" op
2 Schakel
de
voeding
warmtewisselaarunit en de aangesloten binnenunits IN.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
compressor te beschermen.
3 Controleer of het systeem in de standaardsituatie (stilstand)
staat; zie
"7.2.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina
minstens 5 seconden op BS2. De unit begint het proefdraaien.
de
Gevolg: Het proefdraaien wordt automatisch uitgevoerd, op het
display van de compressorunit wordt "
de gebruikersinterface van de binnenunits wordt de aanduiding
"Proefdraaien"
en
aangegeven.
Stappen van de procedure van het automatisch proefdraaien van het
systeem:
Stap
Controle vóór het opstarten (drukvereffening)
Opstartregeling koelen
Koelen stabiel
Communicatiecontrole
Controle afsluiter
Controle leidinglengte
Afpompen
Unit stop
INFORMATIE
Tijdens het proefdraaien kan de unit niet worden stilgelegd
met de gebruikersinterface. Druk op BS3 om af te breken.
De unit stopt ±30 seconden later.
4 Controleer het resultaat van het proefdraaien op het 7-
segmentendisplay van de compressorunit.
Beëindiging
Normaal
Geen aanduiding op het 7-segmentendisplay
beëindigd
(stilstand).
Abnormaal
Aanduiding van storingscode op het 7-
beëindigd
segmentendisplay.
Zie
van het proefdraaien" op pagina 47
stappen om de storing op te lossen. Wanneer
het proefdraaien is voltooid, kan de normale
werking na 5 minuten worden begonnen.
Beschrijving
"8.4.4 Correctie na abnormaal beëindigen
pagina 34.
van
de
compressorunit,
van
stroom
te
voorzien
" aangegeven en op
"Onder
gecentraliseerde
Beschrijving
Beschrijving
"8.4.4 Correctie na abnormaal beëindigen
RKXYQ5+8T7Y1B + RDXYQ5+8T7V1B*
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P408445-1A – 2016.04
voor
de
en
de
35. Druk
besturing"
voor