3 Totale leidinglengte (x=L1+L2+L3+L4+L5+L6+L7)
Minimum
In het geval van 8 HP
In het geval van 5 HP
4 EKEXV →AHU
5 Eerste aftakset → Binnenunit/
AHU
(b)
Maximum hoogteverschillen
1 Warmtewisselaarunit ↔
Compressorunit
2 Compressorunit ↔ Binnenunit H2≤30 m
3 EKEXV ↔AHU
4 Binnenunit ↔ Binnenunit
(a)
Neem een equivalente leidinglengte van refnet-
verbinding=0,5 m en refnet-verdeler=1 m (voor
berekeningsdoeleinden van equivalente leidinglengte, niet
voor berekeningen van de koelmiddelvulling).
(b)
Elke unit kan de hoogste zijn.
5.4
De elektrische bedrading
voorbereiden
5.4.1
Over het voldoen aan de normen inzake
elektriciteit
Alleen voor RKXYQ8
Deze apparatuur is conform met:
▪ Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑12 op
voorwaarde dat de systeemimpedantie S
S
is op het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en
sc
het openbare systeem.
▪ EN/IEC 61000‑3‑12 = Europese/internationale technische norm
die
de
grenzen
vastlegt
geproduceerd door apparatuur aangesloten op openbare
laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A en
≤75 A per fase.
▪ Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of de
gebruiker van de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig
in
overleg
met
de
distributienetwerkbeheerder,
apparatuur alleen wordt aangesloten op een voeding met een
kortsluitvermogen S
dat groter dan of gelijk is aan de minimum
sc
S
-waarde.
sc
Model
RKXYQ8
5.4.2
Vereisten voor beveiligingen
OPMERKING
Gebruik in geval van stroomonderbrekers met activering
door reststroom alleen die van het snelle type met een
nominale stroomsterkte van 300 mA.
RKXYQ5+8T7Y1B + RDXYQ5+8T7V1B*
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P408445-1A – 2016.04
10 m≤x
x≤300 m
Als
Dan
L1≤30 m
x≤115 m
L1≤25 m
x≤120 m
L1≤20 m
x≤125 m
L1≤15 m
x≤130 m
L1≤10 m
x≤135 m
L1≤5 m
x≤140 m
L4≤5 m
L3+L4≤40 m
L5+L6≤40 m
L5+L7≤40 m
H1≤10 m
H3≤30 m
H4≤5 m
H5≤15 m
groter dan of gelijk aan
sc
inzake
harmonische
stromen
dat
de
Minimumwaarde van S
sc
3329 kVA
Voeding: Compressorunit
De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste
beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering
op elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende
wetgeving.
De keuze en maat van de bedrading moet gebeuren conform de
geldende wetgeving op basis van de informatie in de onderstaande
tabel.
Model
Minimum
circuitampère
RKXYQ5
13,5 A
RKXYQ8
17,4 A
▪ Fase en frequentie: 3N~ 50 Hz
▪ Spanning: 380-415 V
Voeding: Warmtewisselaarunit
De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste
beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering
op elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende
wetgeving.
De keuze en maat van de bedrading moet gebeuren conform de
geldende wetgeving op basis van de informatie in de onderstaande
tabel.
Model
Minimum
circuitampère
RDXYQ5
RDXYQ8
▪ Fase en frequentie: 1~ 50 Hz
▪ Spanning: 220-240 V
Transmissiebedrading
Doorsnede transmissiekabels:
Transmissiebedrading
Maximale kabellengte
(= afstand tussen compressorunit
en verste binnenunit)
Totale kabellengte
(= afstand tussen compressorunit
en alle binnenunits, en tussen
compressorunit en
warmtewisselaarunit)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden
valt, kan het een communicatiestoring veroorzaken.
6
Installatie
6.1
Overzicht: Installatie
Dit hoofdstuk beschrijft wat u ter plaatse moet doen en kennen om
het systeem te installeren.
Typische werkstroom
De installatie omvat typisch de volgende stappen:
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
Aanbevolen
zekeringen
16 A
20 A
Aanbevolen
zekeringen
4,6 A
10 A
7,0 A
10 A
Ommantelde + afgeschermde
kabel (2 draden)
Plastic snoeren
0,75~1,25 mm²
(afgeschermde kabels voor de
transmissiebedrading zijn
verplicht voor 5 HP en optioneel
voor 8 HP)
300 m
600 m
17