Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document Betekenis van de waarschuwingen en symbolen......................Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur..................2 Algemene veiligheidsmaatregelen Voor de installateur................................ 2.1.1 Algemeen ............................... 2.1.2 Plaats van installatie ............................2.1.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32 ..................... 2.1.4 Pekel................................
Pagina 3
Inhoudsopgave 7.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling....................7.5.4 Op lekkages controleren..........................7.5.5 Vacuümdrogen............................... Koelmiddel vullen ................................7.6.1 Over het toevoegen van koelmiddel ......................7.6.2 Over het koelmiddel ............................7.6.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel ................7.6.4 Definities: L1~L7, H1, H2..........................7.6.5 Extra koelmiddel bijvullen ..........................
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen GEVAAR Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
Pagina 5
Over dit document GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken. WAARSCHUWING Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben. WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL VOORZICHTIG Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
Over dit document 1.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur Hoofdstuk Beschrijving Algemene Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Over de documentatie Verkrijgbare documentatie voor de installateur Over de doos Units uitpakken en accessoires verwijderen Over de units en opties ▪...
Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastic verpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen.
Denk eraan dat het koelmiddel in het systeem geurloos is. WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten voldoen aan de instructies van Daikin en de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. RZAG71~140N Uitgebreide handleiding voor de installateur Sky Air Alpha-series 4P695307-1A –...
Pagina 9
Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG Gebruik GEEN potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekken. OPMERKING ▪ Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om overmatig trillen of pulseren op koelmiddelleidingen te voorkomen. ▪ Beschermende apparatuur, leidingen en fittingen moeten zo goed mogelijk tegen nadelige omgevingseffecten worden beschermd.
Algemene veiligheidsmaatregelen Bij een installatiehoogte van… Gebruik de grafiek of tabel voor… <1,8 m Vloerunits 1,8≤x<2,2 m Units voor muurmontage ≥2,2 m Units voor plafondmontage 3 Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte te bepalen. Ceiling-mounted Wall-mounted Floor-standing unit unit unit m (kg) m (kg) A...
Pagina 11
Algemene veiligheidsmaatregelen GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit: ▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden. Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. ▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN voldoen aan de veiligheids- en milieumaatregelen gespecificeerd in de relevante reglementering. 2.1.5 Water Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing. OPMERKING Zorg ervoor dat de kwaliteit van het water voldoet aan EU-richtlijn 2020/2184.
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten. ▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit aan te zetten. VOORZICHTIG ▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten.
Algemene veiligheidsmaatregelen Laat de unit ALLEEN werken als het gastype en de gasdruk overeenstemmen met deze vermeld op de identificatieplaatjes. De gasinstallatie en het aanpassen van de gasinstallatie MOETEN uitgevoerd worden: ▪ door voor dit soort werk bevoegd personeel, ▪ conform de geldende voorschriften voor gasinstallaties, ▪...
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. Installatieplaats (zie "6.2 Installatieplaats voorbereiden" [ 25]) WAARSCHUWING Volg de afmetingen van de ruimte voor onderhoud in deze handleiding voor een correcte installatie van de unit. Zie "13.2 Serviceruimte: Buitenunit" [ 77].
Pagina 17
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Als één of meerdere kamers via een kanaalsysteem verbonden zijn met de unit, moet u ervoor zorgen dat: ▪ er geen werkende ontstekingsbronnen zijn (bijvoorbeeld open vuur, een werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) als de vloeroppervlakte kleiner is dan de minimum vloeroppervlakte A (m²);...
Pagina 18
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's: ▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken. ▪ Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer het koelgas in contact komt met vuur. WAARSCHUWING Tap het koelmiddel ALTIJD af.
Pagina 19
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING ▪ Gebruik uitsluitend R32 als koelmiddel. Andere stoffen kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzaken. ▪ R32 bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft een aardopwarmingsvermogen (GWP) van 675. Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer. ▪ Gebruik bij het vullen van koelmiddel ALTIJD beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
Pagina 20
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel. VOORZICHTIG ▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. ▪ Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de stroomvoerende draden los vóór de aarding wordt losgemaakt.
Over de doos 4 Over de doos Denk aan de volgende punten: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
Over de doos 4.1.3 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen 1× 1× 2× 1× 1× 1× ENERG ENERG 1× a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid b Montagehandleiding buitenunit c Kabelbinder d Label gefluoreerde broeikasgassen e Energielabel f Addendum (LOT21) RZAG71~140N Uitgebreide handleiding voor de installateur...
Over de units en opties 5 Over de units en opties 5.1 Overzicht: Over de units en opties Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ De buitenunit identificeren ▪ De buitenunit combineren met opties 5.2 Identificatie 5.2.1 Identificatielabel: Buitenunit Locatie Modelidentificatie Voorbeeld: R Z A G 140 N2 V1 B [*] Code Verklaring...
Over de units en opties 5.3.1 Mogelijke opties voor de buitenunit Koelmiddelaftakset Wanneer meerdere binnenunits op de buitenunit worden aangesloten, zijn één of meerdere koelmiddelaftaksets vereist. De combinatie van buiten- en binnenunit bepaalt het type en het aantal van de koelmiddelaftaksets. Lay-out Modelnaam Tweevoudig...
Voorbereiding 6 Voorbereiding 6.1 Overzicht: Voorbereiding In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens u ter plaatse gaat. Het bevat informatie over: ▪ Installatieplaats voorbereiden ▪ Koelmiddelleiding voorbereiden ▪ Elektrische bedrading voorbereiden 6.2 Installatieplaats voorbereiden Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen vervoeren.
Pagina 26
Voorbereiding OPMERKING De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
Pagina 27
Voorbereiding ▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt. Opmerking: Als het geproduceerde geluid in reële omstandigheden wordt gemeten, kan de gemeten waarde omwille van het geluid van de omgeving en de geluidsreflecties groter zijn dan het in de specificaties onder "Geluidspectrum"...
Voorbereiding ▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na een tijdje breken). Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de luchtuitlaat aan wind blootgesteld is. Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtinlaat naar de muur gericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
Voorbereiding 6.3 Koelmiddelleiding voorbereiden 6.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen OPMERKING De leidingen en andere drukvoerende delen moeten geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor de koelmiddelleidingen. INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de "2 ...
Pagina 30
Voorbereiding Koelmiddelaftakset Materiaal koelmiddelleidingen ▪ Leidingmateriaal: met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper ▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen. ▪ Hardingsgraad en dikte leidingen: Buitendiameter (Ø) Hardingsgraad Dikte (t) Ø 6,4 mm (1/4") Gegloeid (O) ≥0,8 mm 9,5 mm (3/8") 12,7 mm (1/2") 15,9 mm (5/8") Gegloeid (O) ≥1,0 mm 19,1 mm (3/4") Halfhard (1/2H)
Pagina 31
Voorbereiding Vereiste Limiet 125+140 1 Minimale totale leidinglengte in Paar: Limiet≤L1 3 m één richting Twin: Limiet≤L1+L3 Triple: Limiet≤L1+L4 Dubbel twin: Limiet≤L1+L3+L7 2 Maximale totale leidinglengte in Paar: L1≤Limiet Ø verkleind 10 m (10 m) één richting Ø standaard 55 m 85 m (100 m) (75 m) Ø...
Voorbereiding Als de systeemlay-out als volgt is… Dan zijn de vereisten… ▪ RZAG125 3 m≤L1+L4 ▪ Triple: L1+L2≤85 m (100 m) L1+L2+L3+L4≤85 m L2≤20 m L2–L4≤10 m H1≤30 m H2≤0,5 m ▪ Ø standaard 6.3.2 Isolatie van de koelmiddelleidingen ▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal: met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C) bestand tegen minstens 120°C ▪...
Pagina 33
Voorbereiding WAARSCHUWING ▪ Bij een ontbrekende of verkeerde N-fase in de voeding, kan het systeem defect geraken. ▪ Sluit de aarding correct aan. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
Installatie 7 Installatie 7.1 Overzicht: Installatie In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u ter plaatse moet doen en weten om het systeem te installeren. Typische werkstroom Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen: ▪ De buitenunit monteren. ▪ De binnenunits monteren. ▪...
Installatie 1× 8 mm 7.3 De buitenunit monteren 7.3.1 Over de montage van de buitenunit Typische werkstroom De buitenunit monteren omvat typisch de volgende stappen: De installatiestructuur voorzien. De buitenunit installeren. Afvoer voorzien. Ervoor zorgen dat de unit niet kan omvallen. 7.3.2 Voorzorgen bij het monteren van de buitenunit INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:...
Installatie 4× M12 (mm) a Blokkeer de afvoeropeningen van de bodemplaat van de unit niet. INFORMATIE De aanbevolen hoogte van het bovenste uitstekend deel van de bouten bedraagt 20 mm. OPMERKING Maak de buitenunit vast aan de funderingsbouten met moeren met plastic vulringen (a).
Installatie 7.3.5 Afvoer voorzien ▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet kan ophopen. ▪ Maak een waterafvoergoot rond de fundering om afvalwater weg van de unit af te voeren.
Installatie C Onderframe D Afvoeropeningen E Uitbreekopening voor sneeuw Sneeuw In koude streken kan er zich sneeuw ophopen en bevriezen tussen de warmtewisselaar en de behuizing van de unit. Hierdoor kan de unit minder efficiënt werken. Om dit te voorkomen: 1 Verwijder de balkstructuur (zie afbeelding hieronder).
Installatie 3 Steek een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat de kabels de verf niet kunnen beschadigen (ter plaatse te voorzien). 4 Maak de uiteinden van de kabels vast. 5 Span de kabels op. 7.4 Koelmiddelleiding aansluiten 7.4.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Installatie OPMERKING ▪ Gebruik GEEN minerale olie op het verbrede deel. ▪ Installeer NOOIT een droger op deze unit om zijn levensduur te kunnen garanderen. Het droogmateriaal kan oplossen en het systeem beschadigen. OPMERKING Houd rekening met de volgende voorzorgen met betrekking tot de koelmiddelleiding: ▪...
Installatie ▪ Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren en lekken. a Momentsleutel b Moersleutel c Leidingverbinding d Flaremoer Leidingmaat (mm) Aanhaalmoment Flareafmetingen Flarevorm (mm)
Installatie Flaregereedschap voor Conventioneel flaregereedschap R32 (koppelingstype) Koppelingstype Vleugelmoertype (Ridgid-type) (Imperial-type) 0~0,5 mm 1,0~1,5 mm 1,5~2,0 mm 5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd. a De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken vertonen. b Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een perfecte cirkel verbreed zijn. c Controleer of de flaremoer is aangebracht.
Installatie 7.4.7 Gebruik van de afsluiter en servicepoort Omgaan met de afsluiter Houd rekening met de volgende richtlijnen: ▪ De afsluiters zijn gesloten in de fabriek. ▪ In de afbeelding hierna ziet u de onderdelen van de afsluiter die u nodig bij gebruik van de klep.
Installatie 4 Installeer het deksel van de afsluiter. Resultaat: De afsluiter is nu open/gesloten. Omgaan met de steeldop ▪ Het steeldeksel is verzegeld op de plaats die door de pijl wordt aangegeven. Beschadig dit NIET. ▪ Draai na gebruik van de afsluiter het steeldeksel goed vast en controleer op koelmiddellekken.
Pagina 45
Installatie a Voorkant b Zijkant c Achterkant d Onderkant INFORMATIE ▪ Sla de uitbreekopening (a) uit in de bodemplaat door met een platte schroevendraaier en een hamer op de bevestigingspunten te tikken. ▪ Snijd eventueel de gleuven (b) uit met een metaalzaag. OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen: ▪...
Pagina 46
Installatie ▪ Isoleer de vloeistofleiding (a) en de gasleiding (b). ▪ Draai thermische isolatie rond de bochten en sluit af met plastic tape (c). ▪ Zorg ervoor dat de lokale leidingen niet in contact komen met componenten van de compressor. ▪...
Installatie OPMERKING Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters kan de compressor schade oplopen. 7.5 Koelmiddelleiding controleren 7.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen De interne koelmiddelleiding van de buitenunit is in de fabriek getest op lekken.
Installatie 7.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling A Opstelling in het geval van paar B Opstelling in het geval van tweevoudig a Manometer b Stikstof c Koelmiddel d Weegapparaat e Vacuümpomp f Afsluiter g Hoofdleiding h Koelmiddelaftakset i Afgetakte leiding 7.5.4 Op lekkages controleren OPMERKING Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie “PS High”...
Installatie 7.5.5 Vacuümdrogen OPMERKING ▪ Sluit de vacuümpomp aan op zowel de servicepoort van de gasafsluiter als de servicepoort van de vloeistofafsluiter voor een betere efficiëntie. ▪ Zorg ervoor dat de gasafsluiter en vloeistofafsluiter goed gesloten zijn alvorens over te gaan tot de lektest of het vacuümdrogen. 1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 ...
Pagina 50
Installatie Wanneer Volledig opnieuw vullen met koelmiddel Voorbeeld: ▪ Wanneer systeem wordt verplaatst. ▪ Na een lek. Extra koelmiddel bijvullen De externe koelmiddelleiding van de buitenunit moet worden gecontroleerd (lektest, vacuümdrogen) alvorens extra koelmiddel bij te vullen. INFORMATIE Afhankelijk van de units en/of de omstandigheden van de installatie, moet de elektrische bedrading aangesloten zijn alvorens u koelmiddel kunt bijvullen.
Installatie WAARSCHUWING Sommige delen van het koelmiddelcircuit kunnen door onderdelen met specifieke functies (zoals kleppen) van andere delen geïsoleerd raken. Het koelmiddelcircuit bevat daarom extra onderhoudspoorten om het circuit drukloos te stellen, de druk uit het circuit af te laten of het circuit onder druk te zetten. Wanneer er op de unit moet worden gesoldeerd, zorg er dan voor dat er geen druk meer in het toestel is.
Installatie WAARSCHUWING ▪ Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt normaal NIET. Als het koelmiddel in de kamer lekt en in contact komt met vuur van een brander, een verwarming of een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een schadelijk gas worden gevormd.
Installatie Koelmiddelaftakset 7.6.5 Extra koelmiddel bijvullen Bepalen hoeveel koelmiddel moet worden bijgevuld Bepalen of extra koelmiddel vereist is (L1+L2+L3+L4+L5+L6+L7)≤ lengte U hoeft geen extra koelmiddel bij te zonder bijvullen vullen. Lengte zonder bijvullen= ▪ 10 m (verkleining) ▪ 40 m (standaard) ▪ 15 m (vergroting) (L1+L2+L3+L4+L5+L6+L7)>...
Pagina 54
Installatie G1>40 m Bepaal R1 (lengte=G1−40 m) en R2 (lengte=G2) aan de hand van de tabel hieronder. G1≤40 m R1=0,0 kg. (en G1+G2>40 m) Bepaal R2 (lengte=G1+G2−40 m) aan de hand van de tabel hieronder. In het geval van vergrote leiding: Vervang 40 m door 15 m. Standaard vloeistofleidingmaat Lengte (m) 0~10 10~15...
Installatie Lay-out Hoeveelheid extra koelmiddel (R) L2=20 m Geval: Drievoudig, vloeistofleiding standaard maat (Ø6.4 mm) L3=17 m 1 G1 Totaal Ø9,5 => G1=15 m (Ø6.4 mm) L4=17 m G2 Totaal Ø6,4 => G2=20+17+17=54 m (Ø6.4 mm) 2 Geval: G1≤40 m (en G1+G2>40 m) L1=15 m (Ø9.5 mm) R1=0,0 kg RZAG125 Lengte=G1+G2−40 m=15+54−40=29 m...
Installatie Lengte=L1 (paar); L1+L2 (tweevoudig, drievoudig); L1+L2+L4 (dubbel tweevoudig) De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen (kg) (in het geval van een vergrote vloeistofleiding) Model Lengte (m) 3~15 15~20 20~25 25~30 30~35 RZAG71 3,55 — — RZAG100 3,55 4,25 RZAG125+140 4,05 4,75...
Pagina 57
Installatie 6 Wanneer het display niet meer knippert, druk opnieuw op de BS3-knop om de vacuümstand in te schakelen. Vacuümstand uitschakelen: Gelieve de vacumeerstand na het vullen of vacumeren van de unit uit te schakelen: 1 Druk op de BS2-knop tot u pagina 2–17 bereikt. 2 Wanneer 2–17 is bereikt, druk één keer op de BS3-knop.
Installatie 6 Open de gasafsluiter. 7.6.7 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen aanbrengen 1 Vul het label als volgt in: Contains fluorinated greenhouse gases RXXX GWP: XXX GWP × kg 1000 a Als bij de unit een meertalig label voor gefluoreerde broeikasgassen is geleverd (zie accessoires), neemt u de gewenste taal en kleeft u ze op a.
Installatie 7.7.3 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE WAARSCHUWING ▪ Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET voldoen aan de geldende wetgeving. ▪ Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading. ▪...
Installatie Draadtype Werkwijze om het frontrooster te plaatsen Eenaderige draad AA´ A´ a Eenaderige draad met open lus b Schroef c Platte sluitring Gevlochten geleider met rond oog a Klem b Schroef c Platte sluitring Toegestaan NIET toegelaten Aanhaalmomenten Item Aanhaalmoment (N•m) M4 (X1M) 1,2~1,8...
Installatie MCA=Minimum circuitstroombelastbaarheid. De vermelde waarden zijn maximumwaarden (zie de elektrische gegevens van de combinatie met de binnenunits voor de juiste waarden). 7.7.6 De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten OPMERKING ▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel).
Pagina 62
Installatie a Verbindingskabel b Voedingskabel c Aarde d Kabelbinder 4 Maak de kabels (voedingskabel en doorverbindingskabel) met een kabelbinder vast aan de bevestigingsplaat van de afsluiter en geleid de bedrading zoals aangegeven op de afbeelding hierboven. 5 Kies een uitbreekopening en sla ze uit door met een platte schroevendraaier en een hamer op de bevestigingspunten te tikken.
Installatie Aansluiten op het Voor kabels die uit de unit komen, kan een frame beschermende mantelbuis worden aangebracht in de uitbreekopening. Bescherm de kabels met plastic buizen om te voorkomen dat de rand van de uitbreekopening in de kabels snijdt wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
Installatie 1 Isoleer en bevestig de koelmiddelleidingen en kabels als volgt: a Gasleiding b Isolatie gasleiding c Doorverbindingskabel d Ter plaatse te voorziene bedrading (indien van toepassing) e Vloeistofleiding f Isolatie vloeistofleiding g Afwerkingstape 2 Plaats het servicedeksel terug. 7.8.2 De buitenunit sluiten 1×...
Inbedrijfstelling 8 Inbedrijfstelling 8.1 Overzicht: Inbedrijfstelling In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het systeem na de installatie in gebruik te stellen. Typische werkstroom Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in: De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling"...
Inbedrijfstelling 8.3 Controlelijst voor de inbedrijfstelling 1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde punten. 2 Sluit de unit. 3 Schakel de unit in. U leest de volledige installatie-instructies, zoals beschreven in de uitgebreide handleiding voor de installateur. De binnenunits zijn goed geïnstalleerd.
Pagina 67
Inbedrijfstelling INFORMATIE Achtergrondverlichting. Om de unit met de gebruikersinterface IN/UIT te schakelen, moet de achtergrondverlichting niet branden. Voor alle andere acties moet ze wel ingeschakeld zijn. De achtergrondverlichting brandt ±30 seconden wanneer u op een knop drukt. 1 Voer de voorbereidende stappen uit. Actie Verwijder het deksel en draai de klep met een zeskantsleutel volledig linksom om de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter te...
Inbedrijfstelling Actie Resultaat Selecteer Positie 0. Luchtdebiet/richting Snelheid Richting Laag Positie 0 Terug Terug Instelling Instelling Verander de stand. Als de luchtstroomklep van de binnenunit beweegt, werkt alles zoals het moet. Anders is het niet in orde. Druk. Het thuismenu wordt weergegeven.
Inbedrijfstelling Storingscode Mogelijke oorzaak ▪ Spanningsonbalans. ▪ Ontbrekende fase bij driefasige voedingen. Opmerking: Het toestel kan niet worden gebruikt. Schakel het toestel UIT, controleer de bedrading opnieuw en verwissel twee van de drie elektrische draden. U4 of UF De aftakbedrading tussen de units is niet juist. De buitenunit en binnenunit zijn niet compatibel.
Overhandiging aan de gebruiker 9 Overhandiging aan de gebruiker Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Onderhoud en service 10 Onderhoud en service OPMERKING Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een servicetechnicus. Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen. OPMERKING De geldende wetgeving inzake gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit zowel in gewicht als CO -equivalent wordt uitgedrukt.
Onderhoud en service C– C– 3 Om schade aan de printplaat te voorkomen, raak een naakt metalen deel aan om u te ontladen van statische elektriciteit voordat u stekkers aansluit of verwijdert. 4 Trek de verbindingsstekker X106A (A1P) voor de ventilatormotor in de buitenunit uit voordat u begint met servicewerkzaamheden aan de inverterapparatuur.
Opsporen en verhelpen van storingen 11 Opsporen en verhelpen van storingen In dit onderdeel wordt nuttige informatie gegeven over het opsporen en oplossen van bepaalde problemen die in de unit kunnen voorkomen. Dit opsporen en oplossen van problemen mag ALLEEN door de installateur of onderhoudsmonteur worden uitgevoerd.
Pagina 74
Opsporen en verhelpen van storingen WAARSCHUWING ▪ Controleer STEEDS of de spanning op de unit is afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te controleren. Schakel de respectievelijke stroomonderbreker uit. ▪ Als een veiligheidsvoorziening geactiveerd werd, moet u de unit uitschakelen en controleren waarom de veiligheidsvoorziening werd geactiveerd vooraleer deze te resetten.
Als afval verwijderen 12 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Pagina 76
Als afval verwijderen 2 Controleer of de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter open staan. 3 Druk de afpomptoets (BS2) minstens 8 seconden in. BS2 zit op de printplaat in de buitenunit (zie bedradingsschema). Resultaat: De compressor en de ventilator van de buitenunit starten automatisch, en de ventilator van de binnenunit start misschien automatisch.
Technische gegevens 13 Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 13.1 Overzicht: Technische gegevens Dit hoofdstuk bevat informatie over: •...
Pagina 78
Technische gegevens (mm) — ≥100 A, B, C — ≥100 ≥100 ≥100 B, E — ≥100 ≥1000 ≤500 A, B, C, E — ≥150 ≥150 ≥150 ≥1000 ≤500 — ≥500 D, E — ≥500 ≥1000 ≤500 >H B, D ≥100 ≥500 ≤H ≥100...
Technische gegevens ≥100 ≥100 ≥500 ≥500 ≥300 ≥1000 ≥100 ≥100 ≥100 ≥100 ≥300 ≥1000 (1) Voor een gemakkelijker onderhoud, neem een afstand van ≥250 mm A1=>A2 (A1) Bij gevaar op lekkend afvoerwater en bevriezing tussen de bovenste en onderste units… (A2) Installeer een dak tussen de bovenste en onderste units. Installeer de bovenste unit hoog genoeg boven de onderste unit om te voorkomen dat er zich een ijslaag gaat vormen op de onderplaat van de bovenste unit.
Technische gegevens Lagedrukschakelaar Accumulator compressor Warmtewisselaar Compressor Verdeler Accumulator Lokale leiding (vloeistof: Ø9,5 flareverbinding) Lokale leiding (gas: Ø15,9 flareverbinding) Verwarmen Koelen 13.4 Bedradingsschema: Buitenunit Het bedradingsschema werd samen met de unit geleverd en bevindt zich op de binnenkant van het servicedeksel. (1) Aansluitschema Engels Vertaling...
Pagina 81
Technische gegevens (3) Opmerkingen Engels Vertaling Notes Opmerkingen Aansluiting Communicatie binnenunit/buitenunit Aardingsbedrading Lokaal te voorzien Verschillende bedradingsmogelijkheden Aarding Lokale draad Bedrading afhankelijk van het model Optie Schakelkast Printplaat OPMERKINGEN: Zie de sticker met het bedradingsschema (achterkant van het voorpaneel) voor het gebruik van de schakelaars BS1~BS3 en DS1. Sluit de beveiliging S1PH S1PL en Q1E niet kort wanneer u de unit gebruikt.
Volg de onderstaande stappen om de gegevens van het Energy Label – Lot 21 van de unit en combinaties van buitenunit/binnenunit te raadplegen. 1 Ga naar de volgende webpagina: https://energylabel.daikin.eu/ 2 Om verder te gaan, kies: ▪ "Continue to Europe" voor de internationale website.
Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.