11 Opsporen en verhelpen van storingen
Hoofdcode
Storing instelling capaciteit warmtewisselaarunit.
Onvoldoende voedingsspanning
Storingscode: Systeem nog niet proefgedraaid
(systeemwerking niet mogelijk)
▪ De compressorunit krijgt geen stroom.
▪ Storing transmissiebedrading
▪ Verkeerde combinatie in systeem. Verkeerde combinatie
types binnenunit (R410A, R407C, RA, enz.). Storing
binnenunit
▪ Storing warmtewisselaarunit
▪ Verkeerd type binnenunit aangesloten.
▪ Verkeerde
warmtewisselaarunit.
▪ De afsluiters van de compressorunit worden dicht gelaten.
▪ De
leiding
binnenunit
aangesloten op de compressorunit.
In het geval van 8 HP:
Hoofdcode
Subcode
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
50
Oorzaak
combinatie
compressorunit
en
bedrading
van
de
gespecificeerde
of
warmtewisselaarunit
zijn
Oorzaak
▪ Storing ventilator warmtewisselaar.
▪ Feedbackcontact afvoerpomp is open.
Aardlekdetector geactiveerd
Compressorunit: (T1A) - A1P (X101A)
Geen aardlekdetector gedetecteerd
Compressorunit: (T1A) - A1P (X101A)
Hogedrukschakelaar geactiveerd
Compressorunit: (S1PH) - A1P (X4A)
▪ Te veel koelmiddel
▪ Afsluiter is gesloten
Afsluiter is gesloten (vloeistof)
▪ Te veel koelmiddel
▪ Afsluiter is gesloten
Lagedrukstoring:
▪ Afsluiter is gesloten
▪ Te weinig koelmiddel
▪ Storing binnenunit
Storing elektronische expansieklep (onderkoeling)
Compressorunit: (Y1E) - A1P (X21A)
Storing elektronische expansieklep (hoofd)
Warmtewisselaarunit: (Y1E) - A1P (X7A)
Perstemperatuur te hoog:
▪ Afsluiter is gesloten
▪ Te weinig koelmiddel
Compressorunit: (R21T) - A1P (X29A)
▪ Te veel koelmiddel
▪ Afsluiter is gesloten
Controleer het type van de warmtewisselaarunit. Vervang
indien nodig de warmtewisselaarunit.
Controleer of de voedingsspanning in orde is.
Laat systeem proefdraaien.
▪ Controleer of alle units ingeschakeld zijn.
▪ Controleer de transmissiebedrading.
▪ Controleer of storing zich voordoet bij andere binnenunits
en of combinatie van binnenunits is toegestaan.
▪ Controleer
de
warmtewisselaarunit.
▪ Controleer het type van de binnenunits die nu zijn
aangesloten. Als dit niet juist is, vervang ze dan.
en
▪ Controleer
of
warmtewisselaarunit compatibel zijn.
▪ Open de afsluiter aan zowel de gas- als de vloeistofzijde.
▪ Controleer
of
de
niet
juist
gespecificeerde binnenunit of warmtewisselaarunit juist
zijn aangesloten op de compressorunit.
In de warmtewisselaarunit:
▪ Controleer aansluiting op printplaat: A1P (X15A)
▪ Controleer aansluiting op klemmenstrook (X2M)
▪ Controleer de connectoren van de ventilator.
Herstart de unit. Raadpleeg uw verdeler als het
probleem niet opgelost is.
Vervang de aardlekdetector.
Controleer toestand van afsluiter of problemen met
(lokale) leidingen of luchtstroom over
luchtgekoelde spiraal.
▪ Controleer
+bijkomende hoeveelheid unit.
▪ Open afsluiters
Open vloeistofafsluiter.
▪ Controleer
+bijkomende hoeveelheid unit.
▪ Open afsluiters.
▪ Open afsluiters.
▪ Controleer
+bijkomende hoeveelheid unit.
▪ Controleer
gebruikersinterface of de transmissiebedrading
tussen buitenunit en binnenunit.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
▪ Open afsluiters.
▪ Controleer
+bijkomende hoeveelheid unit.
▪ Controleer
+bijkomende hoeveelheid unit.
▪ Open afsluiters.
Oplossing
transmissiebedrading
naar
de
compressorunit
en
leiding
en
bedrading
van
Oplossing
hoeveelheid
hoeveelheid
hoeveelheid
hoeveelheid
hoeveelheid
hoeveelheid
het
display
van
hoeveelheid
hoeveelheid
hoeveelheid
hoeveelheid
RKXYQ5+8T7Y1B + RDXYQ5+8T7V1B*
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P408445-1A – 2016.04
de
de
de
de