Schijnwerpers, knipperlichten,
rondomverlichting
Op diverse punten op de machine bevin-
den zich lampen ter verlichting van de
verschillende werkgebieden en om op
gevaarlijke zones/situaties te wijzen.
De machine heeft twee contacten waar-
in de schijnwerpers en rondomverlich-
ting kunnen worden gestoken.
De schijnwerpers of rondomverlichting
worden ingeschakeld met de desbetref-
fende schakelaars op het bedieningspa-
neel.
$
De werking van de schijnwerpers en
rondomverlichting moet dagelijks voor
het
begin
gecontroleerd.
De schijnwerper laat zich eenvoudig ver-
wijderen en dient na afloop van het werk
van de goed toegankelijke plaatsen ver-
wijderd en veilig opgeborgen te worden.
$
Niet in gebruik zijnde schijnwerpercon´-
tacten
moeten
worden afgedekt.
Veiligheidsuitschakeling
rijaandrijving
Wanneer de bestuurder afstapt van de
bestuurderspositie of als deze omhoog
wordt geklapt of verwijderd, wordt er een
schakelaar geactiveerd die de rijaandrij-
ving uitschakelt en voorkomt dat deze
opnieuw wordt ingeschakeld.
Deze schakelaar bevindt zich onder de
bestuurderspositie.
B 6
van
het
werk
worden
met
rubberdoppen
PL35oSneu.jpg/Iso350.jpg
Abschalt1.tif