3
Veiligheidsvoorzieningen
Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen
foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht.
De werking van deze voorzieningen moet regelmatig worden gecontroleerd (zie
hoofdstuk D, paragraaf „Checklist voor de machinebestuurder").
Noodstopknop
- op het bedieningspaneel
Door indrukken van de noodstopknop
worden de motor, aandrijvingen en
besturing uitgeschakeld. Eventueel
noodzakelijke handelingen (uitwijken,
steunwielen uitklappen) zijn dan niet
meer mogelijk! Ongevalgevaar!
$
De noodstopknoppen zijn niet bedoeld
om de motor uit te zetten en dienen
uitsluitend in noodgevallen of voor
functiecontroles te worden bediend.
Claxon
- op het bedieningspaneel
$
Voordat de machine wordt gestart, dient
men op de claxonknop te drukken om
een waarschuwingssignaal te geven.
PL350Sneu.jpg
PL350Sneu.jpg
B 5