2.
Kies het spoor (2 - 6) waarop moet worden op-
genomen met de SONG MEMORY TRACK toet-
sen.
Voorbeeld: Kies spoor 2.
3.
Stel een toonnummer in.
• Druk na veranderen van het toonnummer op een kla-
viertoets om het naamscherm en het toonnummer te
wissen en terug te gaan naar het nootinvoerscherm.
4.
Voer m.b.v. de klaviertoetsen noten in of rust-
pauzes met cijfertoets [0].
• De hoeveelheid kracht die u uitoefent op de klavier-
toetsen wordt ook opgenomen als aanslagvolume in-
geschakeld is. U kunt tevens de klaviertoetsen gebrui-
ken om akkoorden in te voeren.
5.
Gebruik de cijfertoetsen om de lengte van de
noten of rustpauzes in te voeren (pagina D-51).
6.
Herhaal de stappen 4 en 5 om meer noten in te
voeren.
7.
Druk op de START/STOP toets om de opname
te beëindigen wanneer u klaar bent.
❚ OPMERKING
• Volg de procedure bij "Corrigeren van fouten tijdens stapopna-
me" op pagina D-54 voor het corrigeren van invoerfouten die u
maakt tijdens stapopname.
• U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data toevoe-
gen door dat spoor te kiezen in stap 2 in de bovenstaande
procedure. Hierdoor plaatst het startpunt voor stap-voor-stap
opname automatisch bij de eerste maatslag onmiddellijk vol-
gend op de eerde opgenomen data.
• Het gehele toetsenbord fungeert als melodietoetsenbord on-
geacht de huidige instelling van de MODE schakelaar, wan-
neer u aan het opnemen bent op de sporen 2 - 6.
703A-D-055A
Spoorinhoud na stapopname
Naast akkoorden worden de volgende data ook opgenomen
op spoor tijdens stapopname. Deze data wordt toegepast tel-
kens bij weergave van het spoor.
• Toonnummer
Knippert
Niveaumeterinhoud tijdens opname-/be-
werkingsstandby
De kanalen 11 - 16 komen overeen met de sporen 1 - 6.
Tijdens opname-/bewerkingsstandby (pagina D-55) geeft de
niveaumeterdisplay aan welke sporen reeds opgenomen en
welke nog steeds leeg zijn. Sporen met 4 verlichte segmen-
ten bevatten reeds data terwijl sporen zonder verlichte seg-
menten geen data bevatten.
Opnamespoor
Spoor waarop niet
wordt opgenomen
D-53