5.
Speel een akkoord.
• Gebruik de akkoordspeelmethode die vermeld wordt
bij de huidige MODE schakelaarstand (FINGERED,
CASIO CHORD, enz.)
• Stel wanneer de MODE schakelaar op NORMAL staat
het akkoord in d.m.v. de grondtooninvoertoetsen en
de akkoordtype invoertoetsen. Zie "Instellen van ak-
koorden tijdens de normale functie" op deze pagina
voor details.
C h o r d
Akkoordnaam
* 96 klokken = 1 maat
6.
Voer de lengte van het akkoord in (hoe lang hij
gespeeld dient te worden totdat het volgende
akkoord wordt gespeeld).
• Stel de lengte van het akkoord in met de cijfertoet-
sen. Zie "Instellen van de nootlengte" op pagina D-
51 voor details.
• Het ingestelde akkoord en de lengte worden in het
geheugen opgeslagen en het keyboard staat klaar voor
invoer van het volgende akkoord.
• Herhaal de stappen 5 en 6 voor het invoeren van meer
akkoorden.
7.
Druk na voltooien van de opname op de START/
STOP toets.
• Hierdoor wordt weergavestandby ingevoerd voor de
melodie die u zojuist heeft opgenomen.
• Druk op de START/STOP toets om de melodie op dat
moment weer te geven.
❚ OPMERKING
• Volg de procedure bij "Corrigeren van fouten tijdens stapopna-
me" op pagina D-54 voor het corrigeren van invoerfouten die u
maakt tijdens stapopname.
• U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data toevoe-
gen door dat spoor te kiezen in stap 3 in de bovenstaande
procedure. Hierdoor plaatst het startpunt voor stap-voor-stap
opname automatisch bij de eerste maatslag onmiddellijk vol-
gend op de eerde opgenomen data.
• Invoeren van "0" als akkoordlengte in stappen 5 en 6 van de
bovenstaande procedure geeft een rustpauze aan maar deze
rustpauze komt verder niet naar voren in de begeleidingsin-
houd wanneer de begeleiding gespeeld wordt.
D-50
START/STOP
Huidige maat, maatslag en
klok op huidige plaats*
Inhoud van spoor 1 na stapopname
Naast akkoorden worden de volgende data ook opgenomen
op spoor 1 tijdens stapopname. Deze data wordt toegepast
telkens bij weergave van spoor 1.
• Ritmenummer
• Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets, VARIA-
TION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets.
Instellen van akkoorden tijdens de norma-
le functie
Wanneer de MODE schakelaar tijdens stapopname op NOR-
MAL staat kunt u akkoorden instellen met een methode die
verschilt van de vingerzettingen die worden gebezigd bij
CASIO CHORD en FINGERED. Deze akkoordinstelmetho-
de kan gebruikt worden voor het invoeren van 18 verschil-
lende akkoordtypen met slechts twee klaviertoetsen, zodat
akkoorden ingesteld worden zonder dat u weet hoe ze ei-
genlijk gespeeld zouden moeten worden.
Invoertoetsen voor
grondtonen
1 1 1 1 1 Majeur
0 0 0 0 0 Septiem mol vijf
2 2 2 2 2 Mineur
A A A A A Mineur septiem mol vijf
3 3 3 3 3 Vermeerderd
B B B B B Septiem aangehouden vier
4 4 4 4 4 Verminderd
C C C C C Verminderd septiem
5 5 5 5 5 Aangehouden vier
D D D D D Mineur toegevoegde none
6 6 6 6 6 Septiem
E E E E E Toegevoegde none
7 7 7 7 7 Mineur septiem
F F F F F Mineur sext
8 8 8 8 8 Majeur septiem
G G G G G Sext
9 9 9 9 9 Mineur majeur septiem
H H H H H Sext none
Om het akkoord in te stellen houdt u de betreffende klavier-
toets van het toetsenbord voor invoeren van de grondtoon
ingedrukt en drukt u dan op de klaviertoets van het toetsen-
bord voor het akkoordtype om dit in te stellen. Bij invoeren
van een akkoord met een speciale basnoot wordt bij indruk-
ken van twee toetsen van het toetsenbord voor de grondtoon
de ingestelde lagere noot ingesteld als bastoon.
2 4
7 9 A D F
1 3 5 6 8 0 B
C E G H
Akkoordtype
toetsenbord
703A-D-052A