Hoe parameters werken
Hier onder volgen de parameters waarvan de instellingen
veranderd kunnen worden tijdens de parameterbewerkings-
functie.
Toonparameters
I Toon (Tone) (Bereik: 000 - 247)
Deze parameters regelt de tonen die toegewezen kunnen
worden aan elk deel.
T o n e N o .
❚ OPMERKING
• Het aangegeven toonnummer heeft slechts twee cijfers wan-
neer een geavanceerde toon wordt geselecteerd.
I Deel aan/uit (Part On/Off)
(Instellingen: aan, uit (on, oFF))
Deze parameter kan gebruikt worden om elk deel in te scha-
kelen (klinkt) en uit te schakelen (klinkt niet). De huidige aan/
uit status van elk deel wordt aangegeven in de display zoals
hieronder beschreven.
I Volume (Bereik: 000 - 127)
Dit is de parameter die het volume regelt van het ingestelde
kanaal.
V o l ume
I Stereopositie (Pan Pot) (Bereik: –64 - 00 - +63)
Deze parameter regelt de 'pan pot' wat de middenpunt is
van de linker en rechter stereokanalen. De instelling "00" stelt
het midden in terwijl een waarde kleiner dan "00" het punt
naar links beweegt en een waarde groter dan "00" het punt
naar rechts beweegt.
P a n
I Octaafverschuiving (Octave Shift)
(Bereik: –2 - 0 - +2)
U kunt de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van
de toon omhoog of omlaag te verschuiven. Bij gebruik van
de piccolo toon kan het voorkomen dat bijzonder hoge no-
ten die u wilt spelen niet binnen het bereik van het toetsen-
bord vallen. In dit geval kunt u de octaafverschuiving ge-
bruiken om het bereik van het toetsenbord één octaaf hoger
te verschuiven.
O c t S h i f t
–2: Bereik twee octaven lager verschoven.
–1: Bereik één octaaf lager verschoven.
0: Geen verschuiving
+1: Bereik één octaaf hoger verschoven.
+2: Bereik twee octaven hoger verschoven.
703A-D-039A
Toonschaalparameters (Tuning)
U kunt deze parameters gebruiken om elk van de delen af-
zonderlijk te stemmen.
I Grofweg stemmen (Coarse Tuning)
(Bereik: –24 - 00 - +24)
Deze parameter regelt de ruwe stemming van de toonhoog-
te van het ingestelde kanaal in eenheden van een halve toon.
C . T u n e
I Fijnstemmen (Fine Tuning) (Bereik: –99 - 00 - +99)
Deze parameter regelt de fijnstemming van de toonhoogte
van het ingestelde kanaal in eenheden van een cent.
F i n e T u n e
Effectparameters
De mixer laat u de effecten bedienen die uitgeoefend wor-
den op elk apart deel waarin het verschilt van de effectfunc-
tie waarvan de instellingen enkel toegepast worden op alle
delen in het algemeen.
I Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 - 127)
Deze parameter stuurt hoeveel nagalm op een deel wordt
uitgeoefend. Een instelling van "000" schakelt de nagalm uit
terwijl een instelling van 127 maximale nagalm uitoefent.
R v b S e n d
I Zwevingzenden (Chorus Send) (Bereik: 000 - 127)
Deze parameter stuurt hoeveel zweving op een deel wordt
uitgeoefend. Een instelling van "000" schakelt de zweving uit
terwijl een instelling van 127 maximale zweving uitoefent.
• "Zwevingzenden (Chorus Send) werkt niet bij drumklan-
ken.
C h o S e n d
I DSP lijn (DSP Line)
(Instellingen: aan, uit (on, oFF))
U kunt deze parameter gebruiken om de DSP lijn uit te schake-
len voor een bepaald kanaal of om deze juist in te schakelen.
DS P L i n e
❚ OPMERKING
• Door veranderen van de instelling van toon, volume, stereopo-
sitie, ruwweg stemmen, fijnstemmen, nagalmzenden of zwe-
vingzenden wordt de corresponderende MIDI boodschap af-
gegeven via de MIDI aansluiting.
• Veranderen van de tooninstellingen verandert de instellingen
van de instellingen voor de toon, nagalmzenden, zwevingzen-
den en de DSP lijnparameter*.
* Wanneer DSP uitgeschakeld is (zie de noot op pagina D-26).
D-37