Menu‐
#
onderdeel
Het cumulatieve aantal keren dat pomp 2 is ingeschakeld.
PUMP 2
Dit is een cumulatieve teller waarvan de waarde niet kan worden
8
COUNT
gewijzigd. Als de code van de technicus wordt gebruikt, kan de teller
op nul worden gezet door de (MUTE) knop ingedrukt te houden.
De cumulatieve looptijd van pomp 2.
PUMP 2
Dit is een cumulatieve teller waarvan de waarde niet kan worden
9
HOURS
gewijzigd. Als de code van de technicus wordt gebruikt, kan de teller
op nul worden gezet door de (MUTE) knop ingedrukt te houden.
Het cumulatieve aantal keren dat een alarm is afgegaan.
ALARM
Dit is een cumulatieve teller waarvan de waarde niet kan worden
10
COUNT
gewijzigd. Als de code van de technicus wordt gebruikt, kan de teller
op nul worden gezet door de (MUTE) knop ingedrukt te houden.
Het cumulatieve aantal stroomonderbrekingen (d.w.z. bediening
POWER
uitgeschakeld / stroomonderbreking).
11
INTERRUPT
Dit is een cumulatieve teller waarvan de waarde niet kan worden
ED
gewijzigd. Als de code van de technicus wordt gebruikt, kan de teller
op nul worden gezet door de (MUTE) knop ingedrukt te houden.
Als deze optie is ingeschakeld, zal een pomp die 60 dagen niet actief
12
PULSE
is geweest starten en en gedurende 2 seconden werken.
Dit om te voorkomen dat de pompen vast gaan zitten.
Wanneer deze optie is ingeschakeld en er binnen een periode van 8
uur 3 afzonderlijke pompactiveringen zijn, zal het apparaat een
EXCESSIVE
13
<EXCESSIEVE VRAAG> alarm registreren.
START
Inschakeling van deze optie kan op sommige systemen valse
alarmen veroorzaken.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, zal na 12 maanden vanaf het
moment dat de optie is ingeschakeld een onderhoudsherinnering
worden getoond.
14
SERVICE
De onderhoudsherinnering kan worden gereset door de waarde op
'NEE' te zetten en het menu te verlaten. Vervolgens weer naar het
menu gaan en de waarde weer op 'JA' zetten.
Wanneer deze optie is ingeschakeld zijn het <LAGE DRUK> en het
<STROOMLIMIET> alarm uitgeschakeld, en pomp 1 zal continu en
maximaal 24 uur draaien totdat de koude vuldruk is bereikt.
Zodra de koude vuldruk is bereikt, zal deze optie automatisch
gedeactiveerd worden en zal het lage druk alarm en het
FILL
stroomlimiet alarm worden geactiveerd.
15
SYSTEM
Deze functie wordt gebruikt om een systeem dat leeg is of bij te lage
druk te vullen.
Bij deze optie moet voorzichtigheid worden betracht omdat het
stroomlimiet alarm is uitgeschakeld, zodat het risico van
overstroming groter is.
Deze optie kan niet worden ingeschakeld op Mini bijvulapparaten.
Bij gebruik van de klantcode, zal het menu hier eindigen. Na nog een keer (SET) in te drukken zal de
bediening "OPSLAAN" aangeven en terugkeren naar de normale bedrijfsmodus. Als de code van de
technicus wordt gebruikt, zullen extra menu‐onderdelen worden weergegeven.
De volgende instellingen zijn voorgeprogrammeerd in de fabriek en dienen ter plaatse niet te worden
aangepast. Als deze instellingen lijken te zijn teruggezet, dan is de meest waarschijnlijke oorzaak een
spanningspiek. Als dit probleem zich blijft voordoen, kan een power filter nodig zijn.
Functie
Standaard
waarde
‐
‐
‐
‐
NEE
NEE
NEE
NEE
17