Notities De installatiehandleiding moet vóór installatie en gebruik zorgvuldig worden gelezen. Het niet naleven van de inhoud gemarkeerd met veiligheidswaarschuwing-markeringen kan persoonlijk letsel, pompschade en ander eigendomsverlies veroorzaken, waarvoor de fabrikant geen enkele verantwoordelijkheid en compensatie aanvaardt. De installateur, exploitant en gebruiker moeten aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften voldoen. De gebruiker moet bevestigen dat de installatie en het onderhoud van het product moeten worden uitgevoerd door personeel dat de instructies kent en over professionele kwalificaties beschikt.
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis als zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilige gebruik van het apparaat en de betreffende gevaren begrijpen.
2�2� Voordelen van installatie van de pomp Eenvoudige installatie en opstarten • De pomp beschikt over een automatische aanpassingsmodus AUTO (fabrieksinstellingen). In de meeste gevallen kunt u de pomp starten zonder aanpassingen te hoeven doen en de pomp vervolgens automatisch aanpassen aan de feitelijke behoeften van het systeem.
3.7. Vloeistof pompen Dunne, schone, niet-corrosieve en niet-explosieve vloeistof bevat geen vaste deeltjes, vezels of minerale olie; de pomp mag absoluut nooit worden gebruikt voor het transporteren van ont- vlambare vloeistoffen zoals plantaardige olie en benzine. Als de circulatiepomp wordt gebruikt voor vloeistof met een hoge viscositeit, dan zullen de pompprestaties afnemen;...
4.2 Positie van aansluitdoos 4.3 Positie van aansluitdoos De aansluitdoos kan 90° draaien. Volg de onderstaande stappen om de positie van de aansluitdoos te wijzigen: Schakel de ventielen van inlaat en uitlaat om en voer decompressie uit; Draai de vier inbusbouten los waarmee de pompbehuizing is bevestigd en verwijder ze; Draai de motor naar de gewenste positie en lijn de vier schroefgaten uit;...
4.4 Thermische isolatie van de pompbehuizing Beperk de thermische verliezen van de pompbehuizing en de leidingen. Voer thermische isolatie uit voor de pompbehuizing en de leidingen om de thermische verliezen van pomp Opmerking en leiding te verminderen. Het isoleren of afdekken van de aansluitdoos en het bedieningspaneel is niet toegestaan. Let op 5�...
Waarschuwing: De pomp moet worden aangesloten op een aardleiding. De pomp moet met een externe stroomschakelaar worden aangesloten; de minimale opening tussen alle elektroden is 3 mm. • De pomp heeft geen externe motorbeveiliging nodig. • Controleer of de voedingsspanning en frequentie overeenkomen met de parameters die op het typeplaatje van de pomp staan vermeld.
Storingscode Storingsomschrijving Het lampje van stand 3 knippert Overstroombeveiliging, herstart na 5 sec Het lampje van stand 4knippert Onderbelastingsbeveiliging, herstart na 5 sec Het lampje van stand 5 knippert Fase-beveiliging, herstart na 5 sec Het lampje van stand 1+2 knippert Beveiliging vanwege geblokkeerde rotor, herstart na 5 sec Het lampje van stand 1+3 knippert Startfout (asymmetrische motorparameters), herstart na...
7� De pomp instellen 7.1 De pomp moet op systeemtype worden ingesteld Fabrieksinstellingen=AUTO (automatische aanpassingsmodus) Aanbevolen en beschikbare pompinstellingen Instellingen van de pomp Positie Systeemtype Optimale Of andere optionele instellingen instellingen Vloerverwarmingssysteem AUTO Verwarmingssysteem met AUTO dubbele leiding Verwarmingssysteem met AUTO enkelvoudige leiding •...
7.2 De bediening op de pomp Regel de pomp tijdens de werking volgens het principe “proportionele drukregeling” (BL) of “constante drukregeling” (HD). In deze twee regelmodi moeten de prestaties van de pomp en het bijbehorende stroomverbruik aan de warmtevraag van het systeem worden aangepast. 7.2.1 Proportionele drukregeling In deze regelmodus wordt het drukverschil aan beide uiteinden van de pomp geregeld door het debiet (doorstroming).
8.2 Interface 8 mm galvanische scheiding De pomp wordt bestuurd door externe elektrische elementen en componenten via interfaces. De interfaces zetten externe signalen om in signalen die PWM-uitgang door een microprocessor in de pomp kunnen worden herkend. Wanneer de pomp wordt gevoed Signaalref met 230V-spanning, kunnen de interfaces er bovendien voor...
PWM-ingangssignaal Pompstatus De pomp schakelt naar de niet-PWM-modus (normale modus) en het standaardsysteem heeft geen PWM-signaalingang. <10 De pomp draait op de hoogste snelheid 10~84 De pompcurve daalt van de hoogste naar de laagste 85~91 De pomp draait op de laagste snelheid Als het snelheidsverschilpunt van het ingangssignaal fluctueert, 91~95 dan blokkeert dit het starten en stoppen van de pomp volgens het...
8.5 PWM-feedbacksignaal PWM-feedbacksignaal kan de bedrijfsstatus van de pomp weergeven, zoals stroomuitval of allerlei alarm-/waarschuwingsmodi. Het PWM-feedbacksignaal geeft exclusief alarminformatie. Als de voedingsspanning onderspanning- signaalwaarden detecteert, wordt het uitgangssignaal op 75% ingesteld. Als er in het hydraulisch systeem afzettingen zijn die de rotor blokkeren, dan wordt de inschakelduur van het uitgangssignaal ingesteld op 90% en krijgt het alarm een hogere prioriteit.
9� Bypass-ventiel Tussen de toevoerleiding en de retourleiding is een bypass-ventielsysteem geplaatst. 9.1 Gebruik van het bypass-ventiel Bypass-ventiel De rol van de bypass-ventiel is: wanneer alle ventielen in het vloerverwarmingscircuit of de temperatuurregelventiel van de radiator zijn gesloten, kan ervoor worden gezorgd dat de warmte van de ketel wordt toegewezen.
10� Opstarten 10.1 Voor het opstarten Voordat u de pomp start, moet u ervoor zorgen dat het systeem met vloeistof is gevuld, is ontlucht en dat de inlaatdruk van de pomp de vereiste minimale inlaatdruk bereikt (zie hoofdstuk 3). 10.2 Ontlucht de motorpomp De pomp heeft een automatische luchtafvoer- functie.
11� Instellingen en prestaties van de pomp 11.1 Relatie tussen pompinstellingen en zijn prestaties Instelling Pompkenmerken Functies De functie “automatische aanpassing” regelt de pompprestaties binnen het gespecificeerde bereik automatisch. AUTO Hoogste · Pas de prestaties van de pomp aan volgens de grootte van het (fa- naar laagste systeem;...
12� Prestatiecurve 12.1 Informatie over de prestatiecurve Elke instelling van de pomp heeft een overeenkomstige prestatiecurve (Q/H-curve). De automatische aanpassingsmodus AUTO bestrijkt een prestatiebereik. De ingangsvermogenscurve (P1-curve) hoort bij elke Q/H-curve. De vermogenscurve vertegenwoordigt het stroomverbruik (P1) van de pomp in watt op de gegeven Q/H-curve.
Prestatiecurve • ·GPAXX-7.5 III Performance curve GPAXX-7.5 III ·GPAXX-7.5 III Performance curve H (m) P1/W Q (m 13.Characteristics 13� Kenmerken 13.Characteristics 13.1 Description of nameplate 13.1 Beschrijving van het typeplaatje 13.1 Description of nameplate 220V - 240V AC 50/60 Hz P1 (W) Klasse H TF 110...
Certification mark Frequency (Hz) Temperature grade Energy efficiency label Model 13.2 Modeltoelichting 13.2 Model explanation Het pompmodel bestaat uit Latijnse hoofdletters en Arabische cijfers etc., waarvan de betekenis als Pump model is consisted of upper Latin letters and Arabic numerals etc., volgt is: whose meanings are as follows: 29: negen diensten + AUTO (kopintegratie-model)
Vloeistoftemperatuur Zuig-inlaatdruk Min.(°C) Max.(°C) Voor warm tapwater wordt aanbevolen om de temperatuur van het water onder de 65 °C te houden om kalkvorming te verminderen 14.2 Installatieafmetingen Max. Vermogen Max. kop Ampère V/Hz Materiaal van pompbehuizing Afmeting (mm) doorstroming Model Roestvrij 220-240 V 50/60 Hz Gietijzer...
15� Controlelijst voor storingen Waarschuwing: Alvorens u onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de elektrische pomp uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de stroomvoorziening is losgekoppeld en niet per ongeluk kan worden ingeschakeld. Symptoom Bedieningspaneel Oorzaak Corrigerende handeling Apparaatzekering Vervang de zekering doorgebrand De stroomonderbreker Sluit de stroomonderbreker...
Pagina 24
Betekenis van doorgekruiste vuilnisbak op wielen: Gooi elektrische apparaten niet weg bij het ongesorteerde huisvuil, maar maak gebruik van gescheiden inzamelpunten. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over de beschikbare inzamelsystemen. Wanneer elektrische apparaten worden weggegooid op stortplaatsen, kunnen er gevaarlijke stoffen in het grondwater lekken en in de voedselketen terechtkomen;...
Pagina 25
Copyright Flamco B.V., Almere, Nederland. Niets uit deze uitgave mag op welke manier dan ook worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijke toestemming en bronvermelding. De vermelde gegevens zijn uitsluitend van toepassing op Flamco producten. Flamco B.V. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor onjuist gebruik, toepassing of interpretatie van de technische informatie.