Inhoudsopgave
Advertenties
7
Ingebouwde keerklep
8
6
14
12
15
5
16
17
4
3
2
1
26
Afb. 29 Voorbeeld van BMSX boostersysteem
Pos. Beschrijving
1
Voedingspomp voor ongezuiverd water
2
Filter
3
Lagedrukschakelaar
4
Debietmeter
5
Manometer (ongezuiverd water)
6
BMS hs pomp met ingebouwde keerklep
7
Keerklep
8
Manometer (persdruk BMS hs)
9
Ontluchting
10
Hogedrukschakelaar
11
Veiligheidsklep
12
Manometer (voordruk BMS hp)
13
Manometer (persdruk BMS hp)
14
BMS hp pomp
15
Debietmeter (ongezuiverd water onder hoge druk)
16
Manometer (ongezuiverd water onder lage druk)
17
Debietmeter (ongezuiverd water onder lage druk)
18
Membraanfilter
19
Permeaat
20
Spoelklep voor reiniging
21
Manometer (concentraat onder hoge druk)
22
Manometer (concentraat onder lage druk)
23
Drukwisselaar van BMSX
24
Concentraatklep
25
Manometer (zoetwaterpomp)
26
Spoelpomp voor zoetwater
27
Debietmeter
27
18
19
13
21
22
23
24
25
6.4.3 In bedrijf nemen
Ga als volgt te werk om een BMSX systeem in bedrijf te stellen:
1. Alle kleppen moeten in hun normale bedrijfsposities staan.
2. Start de toevoerpomp voor ongezuiverd water (1). Als de toe-
voerpomp voor ongezuiverd water is gestart, wordt het
systeem gevuld met water. Zorg ervoor dat het hele systeem
wordt ontlucht. De toevoerstroom (17) (maximaal 10 bar, mini-
maal 2 bar voordruk) door de pomp van de drukwisselaar (23)
zorgt er wel of niet voor dat de rotor begint te draaien. Het
draaien wordt bevestigd door een zoemend geluid.
7
Ingebouwde keerklep
8
6
14
12
15
16
17
5
4
3
2
1
26
Afb. 30 Starten van de toevoerpomp voor zeewater
3. Pas de concentraatklep (24) aan de systeemstroom aan.
4. Ontlucht het systeem.
5. Als u het systeem hebt gevuld met water en het hebt onlucht,
raadpleegt u de startprocedure voor de BMS hp.
Het maximale debiet van de drukwisselaar mag nooit
worden overschreden. Kijk op het typeplaatje van de
Voorzichtig
drukwisselaar.
De BMS hp pomp mag niet langer dan 5 seconden
tegen een gesloten persklep draaien aangezien dit
kan leiden tot een toename in temperatuur of stoom-
vorming in de pomp, wat schade aan de pomp kan
veroorzaken. Als er enig risico is dat de BMS hp
pomp tegen een gesloten persklep draait of dat er
geen stroming is, moet worden gezorgd voor een
minimale vloeistofstroom door de pomp, door een
omloopleiding of afvoerleiding aan de perzijde van
de pomp aan te sluiten. De afvoerleiding kan op een
tank worden aangesloten.
6. Inschakelen van de BMS hp pomp (14). Zie paragraaf
6.2.2 Inschakelen van BMS hp
27
18
19
13
21
20
22
23
24
25
motor.
17
Advertenties
Inhoudsopgave
