Werking
DMU26930
Montagehoogte (bootbodem)
Om uw boot met optimaal rendement te laten
varen, moet de waterweerstand van de boot
en van de buitenboordmotor zo klein moge-
lijk worden gehouden. De montagehoogte
van de buitenboordmotor heeft een grote in-
vloed op de waterweerstand. Als de monta-
gehoogte te groot is, treedt makkelijk
cavitatie op, waardoor de voortstuwing na-
delig wordt beïnvloed; en als de propeller-
punten door de lucht klieven, zal het
motortoerental abnormaal stijgen en over-
verhitting van de motor veroorzaken. Als de
montagehoogte te laag is, zal de waterweer-
stand toenemen en daardoor het motorren-
dement
verlagen.
buitenboordmotor zodanig dat de anti-cavi-
tatieplaat is uitgelijnd met de bodem van de
boot.
NOTA:
De optimale montagehoogte van de bui-
G
tenboordmotor wordt beïnvloed door de
boot/motorcombinatie en de gewenste
toepassing. Proefvaarten met verschillen-
de hoogtes kunnen de optimale montage-
hoogte helpen bepalen. Raadpleeg uw
Yamaha-dealer of bootfabrikant voor ver-
dere informatie over het bepalen van de
juiste montagehoogte.
Voor instructies over het instellen van de
G
22
Monteer
de
ZMU01762
trimhoek van de buitenboordmotor, zie pa-
gina 29.
DMU30172
Inlopen van de motor
Uw nieuwe motor vereist een inloopperiode
om de contactoppervlakken tussen bewe-
gende onderdelen gelijkmatig te laten inlo-
pen. Wanneer u de motor goed laat inlopen
zal hij beter werken en langer meegaan.
DCM00800
OPGELET:
Als men de inloopprocedure niet volgt,
kan een kortere levensduur van de motor
of zelfs ernstige motorschade het gevolg
zijn.
DMU27080
Procedure voor 4-takt modellen
Laat de motor als volgt onder belasting wer-
ken (in versnelling met een propeller geïn-
stalleerd).
1.
Voor het eerste bedrijfsuur:
Laat de motor aan 2000 omw/min of met
ongeveer half open gashendel draaien.
2.
Voor het tweede bedrijfsuur:
Laat de motor aan 3000 omw/min of met
ongeveer driekwart open gashendel
draaien.
3.
Voor de volgende acht bedrijfsuren:
Vermijd
continu
gashendel volledig open gedurende
meer dan vijf minuten.
4.
Na de eerste 10 bedrijfsuren:
Laat de motor normaal draaien.
DMU27101
Controles voor gebruik
DWM00080
WAARSCHUWING
Als tijdens de controle vooraf blijkt dat
een onderdeel niet werkt zoals het hoort,
moet het worden nagekeken en hersteld,
alvorens de buitenboordmotor te gebrui-
motorbedrijf
met