dat de staafelektrode van het werkstuk is getild, kan de laswerkzaamheid zonder
problemen worden voortgezet.
Afbreekspanning
voor het instellen van een spanningswaarde waarbij het lasproces kan worden
beëindigd door de staafelektrode iets omhoog te brengen.
20 - 90 V
Fabrieksinstelling: 90 V
De lichtbooglengte is afhankelijk van de lasspanning. Om het lassen te beëindi-
gen, moet de staafelektrode doorgaans duidelijk worden opgetild. De parameter
'Afbreekspanning' staat het beperken van de lasspanning toe op een waarde die
het beëindigen van de laswerkzaamheid al bij slechts een gering opheffen van de
staafelektrode toestaat.
BELANGRIJK! Als tijdens het lassen de laswerkzaamheid vaak onbedoeld wordt
beëindigd, stelt u de afbreekspanning op een hogere waarde in.
Procesparameter voor TIG-lassen:
Afbreekspanning
voor het instellen van een spanningswaarde waarbij het lasproces kan worden
beëindigd door de TIG-lasbrander iets omhoog te brengen.
10,0 - 30,0 V
Fabrieksinstelling: 14 V
Comfort Stop-gevoeligheid
voor het activeren/deactiveren van de functie TIG-Comfort-Stop
uit / 0,1 - 1,0 V
Fabrieksinstelling: 0,8 V
Bij het beëindigen van de lashandeling volgt na een duidelijke verhoging van de
lichtbooglengte een automatische uitschakeling van de lasstroom. Daardoor
wordt verhinderd dat de lichtboog bij het omhoog tillen van de TIG gasschuif-la-
stoorts onnodig in de lengte moet worden getrokken.
Verloop:
1
2
3
4
5
Lassen
1
154