8.4
Diagnosecodes
In de diagnosemodus kunnen bepaalde parameters wor-
den gewijzigd of wordt er meer informatie weergegeven
(zie tabel 8.3).
i
Veranderbare parameters zijn vet gedrukt. De
instelling van deze parameters is ook in
hoofdstuk 6.4 beschreven.
> Druk tegelijkertijd op de toetsen „i" en „+" onder het
display. Op het display verschijnt „d.0".
> Blader met de toetsen „+" of „–" naar het gewenste
diagnosenummer.
> Druk op de toets „i". Op het display verschijnt de bij-
behorende diagnose-informatie.
> Verander indien nodig de waarde met de toetsen „+"
of „–" (weergave knippert).
> Sla de nieuw ingestelde waarde op door de toets „i"
ca. 5 seconden ingedrukt te houden tot de weergave
niet meer knippert.
De diagnosemodus kunt u als volgt beëindigen:
> Druk tegelijkertijd op de toetsen „i" en „+" of bedien
ca. 4 minuten geen toets. Op het display verschijnt
weer de momenteel actuele CV-aanvoertemperatuur.
Activering van het 2e niveau:
> Kies „d.97".
> Druk op de toets „i".
> Stel met de toets „+" de waarde „17" in (weergave
knippert).
> Sla de nieuw ingestelde waarde op door de toets „i"
ca. 5 seconden ingedrukt te houden tot de weergave
niet meer knippert.
Installatie- en onderhoudshandleiding icoVIT exclusiv 0020070604_03
Verhelpen van storingen 8
53