5 Installatie
5
Installatie
a
Gevaar!
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële
schade door onvakkundige installatie!
Een ondeskundige installatie kan het veilige
gebruik van het toestel beïnvloeden en tot
lichamelijk letsel en materiële schade leiden.
> Het toestel mag alleen door een erkend
installateur worden geïnstalleerd. Daarbij
moeten de wettelijke richtlijnen en de
plaatselijke voorschriften in acht worden
genomen.
5.1
Installatie voorbereiden
a
Gevaar!
Verbrandingsgevaar en kans op schade door
uitstromend water!
Mogelijke lekkages aan waterleidingen.
> Let erop dat de aansluitleidingen zonder
mechanische spanningen worden gemon-
teerd.
b
Voorzichtig!
Gevaar voor beschadiging van het toestel!
Resten van lasdruppels, walshuid, hennep, kit,
roest, grove vervuiling e.d. kunnen zich in de
buisleidingen of in het toestel afzetten en sto-
ringen veroorzaken.
> Spoel de CV-installatie voor de aansluiting
van het toestel zorgvuldig door om eventu-
ele resten hiervan te verwijderen!
De in de ketel ingebouwde veiligheidstemperatuurbe-
grenzer dient als beveiliging tegen watergebrek.
De storingsgebonden uitschakeltemperatuur van de
ketel ligt bij ca. 107 °C.
Worden in de CV-installatie kunststof buizen gebruikt,
dan moet op de montageplaats een geschikte thermo-
staat op de verwarmingsaanvoer worden gemonteerd.
Dit is nodig om de CV-installatie te beschermen tegen
temperatuurgebonden beschadigingen.
De thermostaat kan op de stekkerplaats van de contact-
thermostaat (blauwe, 2-polige stekker) van het systeem
ProE elektrisch bedraad worden.
Bij gebruik van niet diffusiedichte kunststof buizen in de
CV-installatie moet een warmtewisselaar voor systeem-
scheiding nageschakeld worden, om corrosie in de CV-
ketel te vermijden.
14
5.2
Bovenste mantel wegnemen
1
2
Afb. 5.1 Mantel- en afdekplaat wegnemen
> Til de achterste mantelplaat (1) op en draai deze opzij
weg.
> Verwijder de voorste mantelplaat (2).
> Draai de vier schroeven los en neem de afdekplaat (3)
weg.
5.3
Olie-aansluiting
b
Voorzichtig!
Gevaar voor beschadiging van het toestel!
Vreemde stoffen in de stookolie zoals b.v.
water, vuil en evt. additieven kunnen leiden
tot beschadiging van de brander.
> Spoel de olietoevoerleidingen vóór aanslui-
ting van de brander door.
b
Voorzichtig!
Gevaar voor milieuschade!
Bij in de grond gelegde olieleidingen zijn vei-
ligheidsmaatregelen tegen uitlopende olie
voorgeschreven om het grondwater te
beschermen.
> Neem de betreffende verordeningen en
wetten in acht, vooral de erkende veilig-
heidstechnische regels voor olie- en gasge-
stookte cv-installaties.
Installatie- en onderhoudshandleiding icoVIT exclusiv 0020070604_03
3