5. Druk in het scherm op het tabblad Geavanceerd > Taak samenstellen.
6. Druk op Aan. Het apparaat begint met scannen.
Na het scannen, toont het apparaat een scherm waarin u wordt
gevraagd om een volgende pagina te plaatsen. Plaats een ander
origineel en druk op Ja. Indien nodig kunt u de kopieerinstelling wijzigen
door Instellingen wijzigen in te drukken. Als u klaar bent, selecteert u
Nee in dit scherm.
7. Het apparaat begint met afdrukken.
Het type van originelen selecteren
De instelling type origineel wordt gebruikt om de kopieerkwaliteit te
verbeteren door documenttypen voor de huidige kopieertaken te selecteren.
1. Druk in het scherm op Kopie.
2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of
plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de
glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 35).
3. Pas de instellingen van elke kopie aan, zoals Papierinvoer, Verklein/
Vergrot, Dubbelzijdig en meer in het tabblad Basis (zie "De
instellingen per kopie wijzigen" op pagina 56).
4. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Type origineel.
5. Druk op de juiste optie.
•
Tekst: gebruik deze optie voor originelen die hoofdzakelijk uit tekst
bestaan.
•
Tekst/Foto (Tekst en afgedrukte foto): gebruiken voor originelen
die tekst en foto's bevatten.
•
Foto: gebruiken voor foto's.
•
Gekopieerd origineel: gebruiken voor gekopieerde documenten.
•
Kaart: gebruiken voor kaarten.
•
Licht origineel: gebruiken voor lichte documenten.
6. Druk in het scherm op OK.
7. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren.
Randen wissen
U kunt het origineel zonder randen of marges kopiëren.
U kunt deze functie niet gebruiken als u Boekje kopiëren gebruikt
(zie "Boek kopiëren" op pagina 73).
1. Druk in het scherm op Kopie.
2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of
plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de
glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 35).
3. Pas de instellingen van elke kopie aan, zoals Papierinvoer, Verklein/
Vergrot, Dubbelzijdig en meer in het tabblad Basis (zie "De
instellingen per kopie wijzigen" op pagina 56).
4. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Rand wissen.
5. Druk op de juiste optie.
•
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
•
Rand wissen: wist in alle kopieën een gelijk deel van de randen.
•
Perforatie wissen: hiermee verwijdert u markeringen van
perforatiegaten aan de linkerrand van de kopieën.
6. Druk in het scherm op OK.
7. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren.
De scherpte wijzigen
Stel deze parameter in om de randen te benadrukken en de tekst beter
leesbaar te maken. Deze parameter kan ook worden gebruikt om de
originele afbeelding aan te passen.
1. Druk in het scherm op Kopie.
2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of
plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de
glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 35).
3. Pas de instellingen van elke kopie aan, zoals Papierinvoer, Verklein/
Vergrot, Dubbelzijdig en meer in het tabblad Basis (zie "De
instellingen per kopie wijzigen" op pagina 56).
4. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Scherpte.
Kopiëren_ 78