3. Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar onder.
4. Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en
pas ze aan de breedte van het papier aan. Oefen niet te veel druk
uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat
of het papier scheeftrekt.
5. Stel het papiertype en -formaat voor de multifunctionele lade in om
een document af te drukken.
De multifunctionele lade detecteert automatisch de verschillende
papierformaten (zie "Automatische detectie van formaten van
afdrukmateriaal" op pagina 44).
Voor informatie over het instellen van het papiertype en -formaat op
het bedieningspaneel (zie "Instellingen voor lade" op pagina 48).
Afdrukmateriaal en lade_ 43
De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn
opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het
bedieningspaneel werden opgegeven.
Afdrukken vanuit een toepassing:
a)
Open een toepassing en start het afdrukmenu.
b)
Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
c)
Open het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken en selecteer de papiersoort, het papierformaat
en de invoerlade.
d)
Druk op OK.
e)
Afdrukken starten in een toepassing.