Mogelijke
Toestand
oorzaak
Het apparaat
Het apparaat krijgt
drukt niet af.
geen stroom.
Het apparaat is niet
als standaardprinter
geselecteerd.
Controleer het volgende:
•
De voorklep is niet gesloten. Sluit de voorklep.
•
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder
het vastgelopen papier (zie "Papierstoringen
verhelpen" op pagina 218).
•
De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier
in de lade plaatsen" op pagina 37).
•
De tonercassette of de beeldeenheid is niet
geïnstalleerd. Installeer de tonercassette of de
beeldeenheid.
Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De
verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
niet goed
aangesloten.
De
verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
mogelijk defect.
De poortinstelling is
verkeerd.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Het
printerstuurprogram
ma is mogelijk niet
goed geïnstalleerd.
Het apparaat werkt
niet goed.
Voorgestelde
oplossingen
Controleer of het netsnoer is
aangesloten. Controleer de
aan/uit-schakelaar en het
stopcontact.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in
Windows.
Maak de kabel van het
apparaat los en sluit hem
opnieuw aan.
Sluit de kabel indien
mogelijk aan op een andere
computer die naar behoren
werkt en druk een document
af. U kunt ook proberen om
een andere kabel voor uw
apparaat te gebruiken.
Controleer de
printerinstellingen in
Windows om vast te stellen
of de afdruktaak naar de
juiste poort wordt gestuurd.
Als uw computer meerdere
poorten heeft controleert u
of het apparaat op de juiste
poort is aangesloten.
Controleer de
Voorkeursinstellingen
voor afdrukken om na te
gaan of alle
afdrukinstellingen correct
zijn (zie
"Voorkeursinstellingen
openen" op pagina 150).
Herstel de software van het
apparaat.
Kijk of het display van het
bedieningspaneel een
systeemfout aangeeft.
Neem contact op met een
Problemen oplossen_ 253
medewerker van de
klantenservice.
Mogelijke
Toestand
oorzaak
(Vervolg) Het
Het document is zo
apparaat drukt
groot dat er
niet af.
onvoldoende ruimte
is op de harde schijf
van de computer
om toegang te
krijgen tot de
afdruktaak.
Het apparaat
De papieroptie die
haalt papier uit
in de
de verkeerde
Voorkeursinstellin
invoerbron.
gen voor
afdrukken is
geselecteerd is
mogelijk onjuist.
Een afdruktaak
De afdruktaak is
wordt uiterst
mogelijk zeer
langzaam
complex.
afgedrukt.
De helft van de
De afdrukstand
pagina is blanco.
werd mogelijk
verkeerd ingesteld.
Het ingestelde
papierformaat
stemt niet overeen
met het formaat van
het papier in de
lade.
Voorgestelde
oplossingen
Maak extra ruimte vrij op de
harde schijf en druk het
document opnieuw af.
In veel
softwaretoepassingen kunt u
de papierbron instellen op
het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen
voor afdrukken. Selecteer
de juiste papierbron.
Raadpleeg de Help bij het
printerstuurprogramma (zie
"Voorkeursinstellingen
openen" op pagina 150).
Maak de pagina minder
complex of wijzig de
instellingen voor de
afdrukkwaliteit.
Wijzig de afdrukstand in het
desbetreffende programma.
Raadpleeg de help bij het
printerstuurprogramma.
Controleer of het
papierformaat in de
printerinstellingen
overeenstemt met het papier
in de lade of met de
papierselectie in de
instellingen van de
softwaretoepassing die u
gebruikt.