Het instellen van junkfaxnummers
Dit apparaat accepteert geen faxen van externe stations, waarvan de
nummers in het geheugen als spam- en junkfaxnummers zijn opgeslagen.
U kunt maximaal 10 junkfaxnummers instellen.
1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen
> Instelling ongewenste faxen op het scherm.
2. Druk op Aan om deze functie te activeren.
3. Druk op Lijst met ongewenste faxnummers. Het venster Lijst met
ongewenste faxnummers wordt geopend.
4. Druk op Toevoeg.. Het venster Toevoeg. wordt geopend.
5. Voer het junkfaxnummer in met behulp van het numerieke toetsenblok
op het bedieningspaneel en druk op OK.
•
Als u Aan in Beller-ID instelt, kunt u een junkfaxnummer direct
in het Lijst nummerw. venster selecteren. Druk op Beller-ID.
Het venster Lijst nummerw. wordt geopend.
•
De Beller-ID toont de informatie over de bellers die uw
apparaat hebben gebeld.
•
Afhankelijk van het land of telefoonlijnprovider kan Beller-ID
niet worden ondersteund. Raadpleeg uw telefoonlijnprovider
voor meer informatie.
Een faxrapport afdrukken
U kunt het apparaat zo instellen dat er automatisch een rapport wordt
afgedrukt waarin wordt aangegeven of de fax is verzonden en ontvangen.
Als een rapport tekens of lettertypes bevat die niet worden
ondersteund door het apparaat, verschijnt in plaats van de tekens/
lettertypes het woord Unknown in het rapport.
1. Druk op Apparaatinst. > Rapport > Faxrapporten > Instellingen op
het scherm.
2. Druk op de juiste optie.
•
Resultaat multifaxoverdracht: drukt een bevestigingsrapport af na
het verzenden van een fax naar meerdere bestemmingen.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
-
Bij fout: drukt alleen een rapport af als er een transmissiefout
optreedt.
•
Resultaat faxoverdracht: drukt een bevestigingsrapport af dat
aangeeft of de verzending is gelukt, hoeveel pagina's er zijn
verzonden en andere informatie.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
-
Bij fout: drukt alleen een rapport af als er een transmissiefout
optreedt.
•
Geschiedenis faxoverdracht: drukt een bevestigingsrapport af dat
aangeeft of de verzending is gelukt, hoeveel pagina's er zijn
verzonden en andere informatie.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
•
Geschiedenis faxontvangst: drukt een bevestigingsrapport af dat
aangeeft of de fax is ontvangen, hoeveel pagina's er zijn ontvangen
en andere informatie.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
3. Druk in het scherm op OK.
Faxen (optioneel)_ 134